Alle berichten met de tag: proceskostenveroordeling


Hoge Raad 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:820

De Hoge Raad beslist in deze uitspraak dat een proceskostenbeding in zijn algemeenheid een oneerlijk beding is, dat buiten toepassing moet worden gelaten. Betekent dat ook dat in die gevallen een ‘gewone’ proceskostenveroordeling, op basis van het liquidatietarief, niet mogelijk is? Giel Wind bespreekt in deze cassatievlog de uitspraak van de Hoge Raad.

HR 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:388

(i) Van dezelfde gebeurtenis(sen) en gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen (art. 1018d lid 1 Rv) kan ook sprake zijn bij een collectieve vordering die deels tegen andere rechtspersonen is gericht of wordt ingesteld ten behoeve van een (gedeeltelijk) andere achterban dan de eerdere collectieve vordering.

(ii) De termijnverlenging in art. 1018d lid 2 Rv geldt alleen voor de rechtspersoon die om die verlenging heeft verzocht en heeft dus geen algemene werking.

(iii) Een mede-eiser die zich wat betreft de ontvankelijkheid van eiser schaart bij de wederpartij is geen wederpartij wat betreft de kostenveroordeling.

(meer…)

HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1810

Het instellen van incidenteel hoger beroep is een processuele handeling waarvoor geen griffierecht is verschuldigd. Dat brengt echter niet mee dat de gevolgen van deze processuele handeling voor het griffierecht dat partijen in de zaak verschuldigd zijn, niet in het incidentele beroep voor rekening van de geïntimeerde kunnen worden gebracht. (meer…)

Hoge Raad 12 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:702

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een uitspraak van de Hoge Raad over proceskostenveroordelingen en familiebanden. Wanneer is het gerechtvaardigd om de proceskosten te compenseren?

Cassatievlog #057 is ook als podcast beschikbaar.

HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:871 (X / Quooker International B.V.)

Als de verweerder in cassatie heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, bestaat geen aanleiding de proceskosten van de cassatie te reserveren tot de procedure na verwijzing. Dat is niet anders als de verweerder verder geen (inhoudelijk) verweer heeft gevoerd tegen het cassatieberoep. Die aanleiding kan er wel zijn als de verweerder zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad. (meer…)

Cassatieblog.nl