Dossier: Aanbestedingsrecht


HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778  (Didam-arrest)

Een overheidslichaam dat een onroerende zaak verkoopt dient de koper te selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria en moet hierover vooraf informatie bekend maken. Deze mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden, indien bij voorbaat vaststaat dat er slechts één serieuze gegadigde is, of indien dit redelijkerwijs mag worden aangenomen. In dat geval moet het overheidslichaam de voorgenomen verkoop zodanig bekend maken dat een ieder daarvan kennis kan nemen. Ook moet de overheid in dat geval motiveren waarom er naar haar oordeel slechts één serieuze gegadigde is.

(meer…)

HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:792

Het hof heeft ten onrechte geen termijn voor nakoming van een tweetal veroordelingen bepaald en ook niet op de voet van art. 611a lid 4 Rv bepaald dat de veroordeelde partij pas na verloop van een zekere termijn een dwangsom zal verbeuren. Voor een geldige dwangsomveroordeling is dat vereist. (meer…)

HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1096

Vervolg op HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:757, en HvJ EU 14 december 2016, ECLI:EU:C:2016:948. Indien de aanbestedingsvoorwaarden bepalen dat een inschrijving terzijde wordt gelegd, indien de inschrijver een ernstige beroepsfout heeft begaan, heeft de aanbestedende dienst geen ruimte meer om van uitsluiting af te zien op de grond dat zodanige uitsluiting disproportioneel is. (meer…)

HR 18 mei 2018  ECLI:NL:HR:2018:720

Eisen stelplicht ten aanzien van ‘duidelijk grensoverschrijdend belang’ als bedoeld in art. 1.7 sub c  Aanbestedingswet 2012. HR heeft uitleg aan Tecnoedi-arrest (HvJ EU 6 oktober 2016, zaak C-318/15, ECLI:EU:C:2016:747 ). Relevantie van omstandigheid dat belangstellende onderneming onderdeel is van internationaal concern. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2638 (Cassatie in het belang der wet)

Een volgend op de gunningsbeslissing tot stand gekomen overeenkomst is wegens strijd met aanbestedingsregels slechts aantastbaar op de gronden vermeld in artikel 4.15 lid 1 Aanbestedingswet 2012, en in andere gevallen slechts in geval van wilsgebreken en nietig- of vernietigbaarheid ingevolge artikel 3:40 BW. (meer…)

HR 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:503 (HLA/Kadaster)

Bij een meervoudige onderhandse aanbesteding is de aanbesteder vrij zelf de partijen te selecteren die hij tot die procedure wenst toe te laten. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie brengen mee dat de aanbesteder zijn selectie wel moet baseren op objectieve criteria. In casu heeft het Kadaster een objectief selectiecriterium gehanteerd, door uitsluitend bedrijven uit te nodigen die interesse voor het onderhavige project hadden getoond. (meer…)

Cassatieblog.nl