Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1670 (cassatie in belang der wet)

Het geven van advies over de vraag of een geneeskundige behandeling volgens de regels van de geneeskunst is verlopen, enkel op basis van het dossier en zonder daarbij de patiënt zelf te onderzoeken, is geen handeling op het gebied van de geneeskunst zoals bedoeld in art. 7:446 lid 1 BW. Evenmin valt dat onder handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand van een persoon of medische begeleiding van een persoon zoals bedoeld in art. 7:446 lid 4 BW. Een patiënt heeft daarom geen recht op inzage in dat advies op grond van art. 7:456 BW en 7:464 BW. (meer…)

HR 23 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca)

De omstandigheid dat een partij niet onrechtmatig heeft gehandeld, brengt niet zonder meer mee dat de verrijking als gevolg van dat handelen gerechtvaardigd is. Handhaving van een later vernietigd octrooi brengt echter nog niet zonder meer mee dat de daardoor opgetreden verrijking van de octrooihouder ongerechtvaardigd is. (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:19

De aanvang van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vereist daadwerkelijke bekendheid met de schade en de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen. (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:18

(i) Om de aanvang van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vast te stellen, moet de rechter beoordelen of de benadeelde daadwerkelijk bekend is met de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op (i) de schade – dus dat nadeel wordt geleden als gevolg van tekortschietend of foutief handelen van een derde – en (ii) de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen;
(ii) Het is niet zo dat bij een schending van een zorgplicht door een bank van daadwerkelijke bekendheid van de cliënt met de schade en de aansprakelijke persoon pas sprake kan zijn als de cliënt op de hoogte is van de inhoud van de zorgplicht; (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:22

Bij de uitleg van een petitum moet worden gekeken naar de bewoordingen daarvan, wat aan de eis ten grondslag is gelegd, de wijze waarop de wederpartij de eis heeft opgevat (of redelijkerwijs had moeten opvatten) en het verdere partijdebat. Dit geldt ook bij de uitleg van een vordering tot het geven van een verklaring voor recht. (meer…)

HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1674

De Hoge Raad heeft in de arresten Kelderluik en Dijkdoorbraak Wilnis factoren gegeven voor de beoordeling van gevaarzetting en opstalaansprakelijkheid. De Hoge Raad overweegt in deze zaak dat de rechter kenbaar moet toetsen aan die factoren. Deze zaak biedt een voorbeeld waarin het hof dat onvoldoende had gedaan. (meer…)

Cassatieblog.nl