Dossier: Personen- en familierecht


HR 8 juni 2012, LJN BV9539

Partijen in deze zaak hebben ongehuwd samengewoond zonder een (schriftelijk) samenlevingscontract. De vraag of en welke afspraken zij hebben gemaakt over de interne draagplicht ten aanzien van hypotheekrente en premies levensverzekering moet worden beantwoord aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Daarbij komt betekenis toe aan door partijen stilzwijgend gemaakte afspraken en de tussen hen feitelijk gegroeide taakverdeling. Deze omstandigheden zijn ook relevant voor de vraag of de man de betaling van hypotheekrente en premies levensverzekering op zich heeft genomen ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis jegens de vrouw. (meer…)

HR 1 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8216 

De biologische moeder die in appel niet was verschenen, maar wel als belanghebbende was aangemerkt en op wiens brieven door het hof acht is geslagen, dient in cassatie als verschenen belanghebbende te worden beschouwd.  (meer…)

HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9435 (X c.s./Staat)

Als het Nederlanderschap nimmer is verkregen (in dit geval omdat aan voorwaarden voor medenaturalisatie niet werd voldaan), is een beroep op het arrest Rottmann (HvJEU 2 maart 2010, over verlies van het burgerschap van de Unie) zonder grond. (meer…)

HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9538 (X c.s./Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland)

Ouders die vervallenverklaring verzoeken van een schriftelijke, maar inmiddels door de gezinsvoogdijinstelling ingetrokken aanwijzing ex art. 1:259 BW, behouden belang bij een rechterlijke toetsing, indien de voortgezette vervulling van een aan de verblijfstitel van één van de ouders verbonden voorwaarde mede afhankelijk is van een oordeel over de rechtmatigheid van de schriftelijke aanwijzing. (meer…)

HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9961

De vaststelling van het Nederlanderschap van een uit een huwelijk geboren kind treft de vader niet zodanig in een eigen belang dat hij in de procedure tot vaststelling van het Nederlanderschap van het kind, ter bescherming van dat belang behoort te mogen opkomen. De vader is in deze procedure dus geen belanghebbende in de zin van art. 261 e.v. Rv. (meer…)

HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2363

Het hof heeft een verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor een verhuizing met haar kinderen naar Spanje mogen afwijzen, nu er een bijzonder groot risico bestaat dat de gelijkwaardigheid van ouders (in de zin van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding) niet meer kan worden nagestreefd of bereikt in een situatie dat het hoofdverblijf van de minderjarigen in Spanje zal worden bepaald. Dit oordeel is niet is strijd met art. 8 EVRM, nu het in de eerste plaats berust op het door het hof vastgestelde belang van de kinderen. (meer…)

Cassatieblog.nl