Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 10 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:27

(1) Het oordeel van het hof over het ontbreken van causaal verband behoefde nadere motivering, gelet op de bevindingen uit het deskundigenbericht.

(2) Het hof had de omkeringsregel moeten toepassen, nu de verzekeraar zich heeft beroepen op een uit Europese richtlijnen voortvloeiende norm die strekt tot het voorkomen van het gevaar van een interne ontploffing en het hof heeft aangenomen dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt. (meer…)

HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1948

In WSNP-zaken dient de rechtbank in haar hoedanigheid van hogerberoeprechter de beslissingen van de rechter-commissaris in volle omvang te toetsen. Het is de rechter-commissaris niet toegestaan om in de beroepsprocedure tegen zijn beschikking die beslissing van commentaar te voorzien of te verduidelijken, of zich uit te laten over tegen die beschikking in hoger beroep aangevoerde gronden. (meer…)

HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1844 en ECLI:NL:HR:2019:1845

Ook als een belegger niet kwalificeert als professionele belegger in de zin van art. 1:1 Wft, is voor de vaststelling van de inhoud van de zorgplicht van belang welke kennis van en ervaring met financiële instrumenten de belegger heeft en wat zijn vermogenspositie was. Die omstandigheden zijn niet pas relevant bij het vaststellen van eventuele eigen schuld. (meer…)

HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026

Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan gerechtvaardigd zijn indien het belang van de veroordeelde, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen. Toepassing van deze maatstaf in incident respectievelijk kort geding. Bepalend of beslissing in vorige instantie is gemotiveerd. (meer…)

6 december 2019 ECLI:NL:HR:2019:1908

 Het voor accountants wettelijk verplichte lidmaatschap van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is niet in strijd met art. 11 EVRM, omdat de NBA als een publiekrechtelijke vereniging moet worden aangemerkt en geen vereniging is in de zin van die bepaling. Taak advocaat na verzoek om spreektijdverlenging pleidooi ex art. 4.4 Procesreglement gerechtshoven. (meer…)

Cassatieblog.nl