Dossier: Verbintenissenrecht


HR 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:165 (eisers/Erasmus Universiteit Rotterdam)

De Erasmus Universiteit Rotterdam (hierna: EUR) had de oud-studenten moeten mededelen dat het bij de tweejarige parttimemaster bedrijfskunde (hierna: master) om een bekostigde studie ging, dat het op grond van de Wet op het Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) niet was toegestaan om bedragen boven het reguliere collegegeld in rekening te brengen en dat er goedkopere alternatieven waren. De WHW laat slechts in specifieke gevallen toe dat instellingen voor een bekostigde opleiding extra kosten aan studenten in rekening brengen naast de in art. 7.43-7.49 WHW bedoelde bedragen. De Inspectie heeft in haar rapport geconcludeerd dat de kosten die de EUR voor de master aan de oud-studenten in rekening heeft gebracht in strijd zijn met art. 7.34 en 7.50 lid 1 WHW. In het licht hiervan is het oordeel van het hof dat er geen grondslag is voor de toewijzing van een verklaring voor recht dat de EUR jegens de oud-studenten onrechtmatig heeft gehandeld onbegrijpelijk. (meer…)

Hoge Raad 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:167

In deze zaak is aan de orde hoe twee vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van een sociale huurwoning moeten worden gekwalificeerd die de kinderen na het overlijden van hun moeder nog enige tijd gaven om naar andere woonruimte te zoeken tegen betaling van een gebruiksvergoeding voor het voortgezette gebruik. De Hoge Raad gaat in op de uitlegmaatstaf en kwalificatie van deze overeenkomsten en beslist dat geen recht bestaat op voortzetting van de huur. Martijn Scheltema bespreekt de uitspraak in drie minuten.

Cassatievlog #121 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1912 (eisers / Gemeente Utrecht)

De vernietigingsgrond van art. 6:233 sub b BW (bij onvoldoende mogelijkheid van voorafgaande kennisneming) is niet van toepassing op algemene voorwaarden die zijn overeenkomen vóór inwerkingtreding van het huidige BW. (meer…)

HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709; ECLI:NL:HR:2024:1761; ECLI:NL:HR:2024:1762; ECLI:NL:HR:2024:1763

Als de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de opzegging van een duurovereenkomst gepaard moet gaan met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding, maakt het ontbreken van dat aanbod de opzegging in de regel niet ongeldig. De omstandigheid dat geen schadevergoeding is aangeboden, kan wel meewegen bij de vaststelling van de alsnog te betalen schadevergoeding. De omstandigheden van het geval kunnen evenwel meebrengen dat een opzegging waarbij niet tegelijkertijd een passende (schade)vergoeding wordt aangeboden, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In een dergelijk geval is de opzegging niet geldig. (meer…)

HR 20 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1278 en ECLI:NL:HR:2024:1281

De klachtplicht van art. 6:89 BW is ook van toepassing op arbeidsrechtelijke loonvorderingen. De klachtplicht vereist overigens een ‘gebrek’ in een prestatie en geldt niet wanneer überhaupt niet gepresteerd is. Van dat laatste is niet op voorhand sprake bij het niet volledig betalen van loon of een overwerkvergoeding. Het hangt af van de omstandigheden van het geval of bij het niet volledig betalen van loon of een overwerkvergoeding sprake is van überhaupt niet presteren. (meer…)

HR 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1355 en 1366

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de vereiste duidelijkheid van een bestelknop op websites en de gevolgen van onvoldoende duidelijke bestelknoppen. Uit een bestelknop met de enkele tekst ‘bestelling’, ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestelling afronden’ blijkt volgens de Hoge Raad onvoldoende duidelijk dat de consument bij het klikken daarop een betalingsverplichting aangaat. De overeenkomst die via zo’n knop tot stand komt is daarom vernietigbaar. De Hoge Raad geeft handvatten voor de gevolgen van (gedeeltelijk) vernietigde overeenkomsten en het afwikkelen daarvan. (meer…)

Cassatieblog.nl