Selecteer een pagina

Dossier: Verbintenissenrecht


HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1071

Art. 6:265 lid 1 BW is van aanvullend recht. Het staat partijen in beginsel vrij om daarvan bij overeenkomst af te wijken. Dat hebben partijen in dit geval gedaan met art. 12 van de huurovereenkomst. Of de ontbinding van die overeenkomst doel treft moet daarom aan de hand van dat artikel worden beoordeeld. (meer…)

HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:963 (Gemeente Amsterdam / Hoveling Techniek)

Bij de beoordeling of sprake is van misbruik van omstandigheden komt het aan op alle omstandigheden die een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van een rechtshandeling, in onderling verband en samenhang gezien. De hoedanigheid van de Gemeente, die mede rekening dient te houden met algemene belangen en het gemeentelijk erfpachtbeleid, behoorden in dit geval tot die omstandigheden. (meer…)

Hoge Raad 7 juli 2023,  ECLI:NL:HR:2023:1059

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over het bewijsvermoeden van art. 7:218 lid 2 BW. Aanleiding is de beschadiging van een Lamborghini die was gehuurd voor een bruiloft.

Cassatievlog #064 is ook als podcast beschikbaar.

HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:822

Bij de uitleg van een vaststellingsovereenkomst moet de rechter acht slaan op alle relevante omstandigheden het geval, inclusief omstandigheden rondom een andere, maar aanverwante overeenkomst. Een partij kan de bindende kracht van een bindend advies aantasten als gebondenheid hieraan in verband met inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat kan bijvoorbeeld bij een schending van hoor en wederhoor het geval zijn. (meer…)

HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:835

(i) Groothandel is een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn. De toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn is daarbij niet afhankelijk van de in het specifieke geval verrichte activiteiten.
(ii) Of informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is als bedoeld in art. 6:230c, aanhef en onder 3, BW, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval. Als de informatie zonder noemenswaardige inspanning gevonden kan worden gevonden op of via de website waarnaar is verwezen, moet worden aangenomen dat de informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is.  (meer…)

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:653

De rechter hoeft in het kader van een beroep op verjaring niet steeds na te gaan of de benadeelde beschikt over de kennis of het inzicht om te beoordelen of de geleverde prestatie deugdelijk is. De rechter is slechts tot een dergelijke beoordeling gehouden, wanneer de omstandigheden van het geval en hetgeen partijen op dit punt hebben aangevoerd daartoe aanleiding geven. (meer…)

Cassatieblog.nl