Selecteer een pagina

Dossier: Verbintenissenrecht


HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1870

De mededelingsplicht van de verkoper prevaleert boven de eventuele onderzoeksplicht van de koper. Verder staat een geringe omvang van gebreken aan een goed op zichzelf niet in de weg aan non-conformiteit, evenmin als de omstandigheid dat de gebreken zijn verholpen. (meer…)

Hoge Raad 11 november 2022 ECLI:NL:HR:2022:1599  (De Eendracht/Doens)

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over de bekendheidsuitzondering op de terhandstellingsplicht. Moet de bekendheid van de wederpartij met de algemene voorwaarden zijn ontstaan door toedoen van de gebruiker?

Cassatievlog #038 is ook als podcast beschikbaar.

HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1456

In deze zaak over zorginkoop bevestigt de Hoge Raad eerdere rechtspraak over toerekening van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Voor toerekening kan plaats zijn ingeval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Van zodanige feiten en omstandigheden kan ook sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie. (meer…)

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1374

De werkgever is de aanzegvergoeding steeds verschuldigd als hij zijn werknemer niet schriftelijk heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden voortgezet. Dit geldt ook als dit laatste voor de werknemer langs andere weg duidelijk was of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van deze schriftelijkheidseis. (meer…)

HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1109

De vraag of sprake is van misleidende mededelingen in de zin van art. 6:194 (oud) BW moet worden onderscheiden van de vraag of sprake is van causaal verband tussen gedane misleidende mededelingen en het (al dan niet) handelen van de betreffende consument. In gevallen die zien op de misleidende mededelingen die Staatsloterij in de periode 2000-2008 heeft gedaan, bestaat er – ten aanzien van abonnementsspelers – onvoldoende reden om een vermoeden van dergelijk causaal verband te aanvaarden. Er is namelijk geen sprake van een zodanige bewijsproblematiek dat anders de bescherming van art. 6:194 (oud) BW illusoir wordt.

(meer…)

HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:984

De overdraagbaarheid van vorderingsrechten kan door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar worden uitgesloten. Een beding dat de overdraagbaarheid van een vorderingsrecht met goederenrechtelijke werking uitsluit, leidt ook tot onverpandbaarheid van dat vorderingsrecht. (meer…)

Cassatieblog.nl