Exclusief afnamebeding als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet

Exclusief afnamebeding als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3745

(1) Een exclusief afnamebeding kan als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet worden beschouwd als daaraan geen door de leverancier verstrekte financiële of economische voordelen voor de afnemer zijn verbonden. Onder die omstandigheden is een dergelijk beding niet op een lijn te stellen met de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU waarin ten aanzien van exclusieve afnamebedingen werd geoordeeld dat zij niet tot doel hebben de mededinging merkbaar te beperken (en daarom niet van rechtswege nietig zijn). (2) Art. 6:260 lid 5 BW dient de rechtszekerheid voor derden. Gelet op die ratio is een verklaring voor recht dat een beding in een in de openbare registers ingeschreven overeenkomst nietig is een rechtsfeit dat op de voet van deze bepaling in de openbare registers kan worden ingeschreven. Lees meer…

Bestuurdersaansprakelijkheid: onbelangrijk verzuim ziet op taakvervulling door geheel bestuur

Bestuurdersaansprakelijkheid: onbelangrijk verzuim ziet op taakvervulling door geheel bestuur

HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1079

De bepaling van art. 2:248 lid 2 BW dat een onbelangrijk verzuim niet in aanmerking wordt genomen bij de beoordeling van bestuurdersaansprakelijkheid, heeft betrekking op de vraag of sprake is geweest van een onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, en niet op het aandeel in die onbehoorlijke taakvervulling van de individuele bestuurder. De individuele bestuurder kan zich, ingevolge artikel 2:248 lid 3 BW, in het geval van art. 2:248 lid 2 BW disculperen door aan te tonen dat hem ter zake van de te late publicatie geen verwijt treft. Lees meer…

Voor opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft niet aan de eisen voor modellenbescherming worden voldaan

Voor opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft niet aan de eisen voor modellenbescherming worden voldaan

Hoge Raad 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1036 (S&S/Esschert)

(1) De vrijheid die de Europese regelgever aan de nationale rechtsstelsels heeft willen overlaten om te bepalen of en, zo ja, in hoeverre een model auteursrechtelijk wordt beschermd, is beperkt door rechtspraak van het HvJEU waarin het auteursrechtelijk werkbegrip is geharmoniseerd. (2) Voor het ontstaan van opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft het model naar Benelux-recht niet te voldoen aan de vereisten voor bescherming van een model (nieuwheid en eigen karakter), maar is voldoende dat het te beschermen werk als model wordt beschouwd (het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan vormt). Lees meer…

Procederen op naam van een niet-bestaande BV en vergoeding van proceskosten

Procederen op naam van een niet-bestaande BV en vergoeding van proceskosten

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1037 (A/Gemeente De Ronde Venen)

Eiser heeft een eerdere procedure tegen de gemeente aanhangig gemaakt op naam van een niet-bestaande BV.  Nadat de BV in de procedure duidelijk heeft gemaakt dat sprake was van een vergissing en dat bedoeld was een andere partij als eiser te laten optreden, heeft de gemeente bezwaar gemaakt tegen rectificatie van de partijaanduiding. Onder deze omstandigheden biedt art. 4 lid 1 Hnw in verbinding met art. 6:162 BW geen grondslag voor de reconventionele vordering van de Gemeente in de onderhavige procedure tot vergoeding van de proceskosten van de eerste procedure. Lees meer…

Belastingplichtige kan niet via civiel kort geding inzage afdwingen in stukken over tipgever ten behoeve van diens verweer in fiscale procedure

Belastingplichtige kan niet via civiel kort geding inzage afdwingen in stukken over tipgever ten behoeve van diens verweer in fiscale procedure

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1042 (X c.s./Staat)

(1) Een vordering in kort geding van belastingplichtigen tot overlegging van ongeschoonde stukken door de Belastingdienst, in het bijzonder wat betreft de identiteit van een tipgever en wat betreft de met deze tipgever gesloten overeenkomst, heeft enerzijds een strekking die verder gaat dan wordt gerechtvaardigd door het belang naar behoren verweer te kunnen voeren in de fiscale procedure, terwijl anderzijds die fiscale procedure met voldoende waarborgen is omkleed. De Belastingdienst is daarom niet gehouden op grond van het equality of arms-beginsel de ongeschoonde stukken over te leggen.
(2) De Belastingdienst is gerechtigd om naast ex art. 52a AWR vastgestelde informatiebeschikkingen een kort-gedingprocedure bij de civiele rechter aanhangig te maken strekkende tot naleving van de informatieverplichtingen van de AWR, op straffe van een dwangsom. Lees meer…

Het Hof van Justitie beantwoordt prejudiciële vragen over de Splitsingswet

Het Hof van Justitie beantwoordt prejudiciële vragen over de Splitsingswet

HvJ EU 22 oktober 2013, C105/12, C106/12, C107/12 (Staat / Essent; Eneco; Delta)

Het privatiseringsverbod valt onder art. 345 VWEU; dat leidt echter niet tot onttrekking aan de toepassing van art. 63 VWEU. De onderliggende doelstellingen die de wetgever met zijn keuze voor de regeling van het eigendomsrecht nastreeft kunnen in aanmerking worden genomen als dwingende vereisten van algemeen belang om de beperking van het vrije kapitaalverkeer te rechtvaardigen. Bij de overige verboden (groepsverbod en verbod op nevenactiviteiten) kunnen de doelstellingen om kruissubsidiëring in ruime zin tegen te gaan als dwingende vereisten van algemeen belang de beperkingen van het vrije kapitaalverkeer als gevolg van de nationale bepalingen die aan de orde zijn in het hoofdgeding rechtvaardigen. Lees meer…

Wet BOPZ – Gedwongen opneming op grond van voorwaardelijke machtiging mogelijk tot vier weken na afloop van de geldigheidsduur

Wet BOPZ – Gedwongen opneming op grond van voorwaardelijke machtiging mogelijk tot vier weken na afloop van de geldigheidsduur

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1040 en  ECLI:NL:HR:2013:1039

De geneesheer-directeur kan een besluit tot opneming in een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 14d lid 1 Wet Bopz niet alleen nemen gedurende de geldigheidsduur van de voorwaardelijke machtiging, maar ook nog daarna gedurende een termijn van vier weken na afloop van deze geldigheidsduur, mits vóór het verstrijken van de voorwaardelijke machtiging een verzoek is ingediend tot het verlenen van een aansluitende rechterlijke machtiging. Lees meer…

Testamentair bewind over vermogen minderjarige kan het recht op ouderlijk vruchtgenot beïnvloeden

Testamentair bewind over vermogen minderjarige kan het recht op ouderlijk vruchtgenot beïnvloeden

HR 18 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:983

Nu de testamentair bewindvoerder bevoegdelijk heeft bepaald dat de gekweekte rente over het onder bewind gestelde vermogen pas bij meerderjarigheid van de erfgenaam aan deze mag worden uitgekeerd, moet worden aangenomen dat ook de vader, die het ouderlijk vruchtgenot geniet, daarover gedurende het bewind niet kan beschikken. Lees meer…

Bewijslastverdeling bij bevrijdend verweer over afwijking van overeenkomst

Bewijslastverdeling bij bevrijdend verweer over afwijking van overeenkomst

HR 18 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:979 (Farmerhoeve B.V. c.s./Verweerders)

Verweerders betogen dat geen sprake is van kortingen die in strijd met de tussen partijen gesloten overeenkomst verleend zijn, en dat voor zover kortingen zijn verleend dit niet is gebeurd zonder toestemming van de andere contractspartij. Dit betoog is te kwalificeren als een zelfstandig of bevrijdend verweer, wat ingevolge art. 150 Rv meebrengt dat de bewijslast van deze stelling op verweerders rust. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl