

De Richtlijn grondroeren als zorgvuldigheidsnorm bij graafwerkzaamheden
HR 15 december 2023 ECLI:NL:HR:2023:1750 (Liander/Krinkels)
De Hoge Raad bevestigt dat de CROW 500, een richtlijn over zorgvuldig grondroeren, een zorgplicht voor grondroerders bevat waarbij de rechter in beginsel moet aansluiten. Daarbij komt groot belang toe aan de bewoordingen van de CROW 500. De motiveringsklachten van Liander over ’s hofs toepassing van de CROW 500 falen. De Hoge Raad introduceert ten slotte een bewijsvermoeden over onzorgvuldig handelen van de grondroerder. Lees meer…

Falende motiveringsklacht over uitleg vonnis in hoofdprocedure
Cassatieblog HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:249
De Hoge Raad benadrukt het verschil in kansschadezaken tussen (i) het causaal verband tussen een beroepsfout en het verlies van een kans en (ii) de vaststelling van de omvang van de schade aan de hand van een goede en kwade kansen-schatting. Dit tweede aspect kan aan bod komen in een schadestaatprocedure. Lees meer…

Cassatievlog #090 | Toewijzend dictum sluit niet aan bij overwegingen
1 maart 2024 ECLI:NL:HR:2024:298
Hobo Holding vorderde in deze zaak een verklaring voor recht en schadevergoeding, vanwege het opzeggen van een financieringsovereenkomst door de Rabobank. Het hof wees die vorderingen toe, zowel voor Hobo als voor haar rechtsvoorgangsters. Het hof is niet ingegaan op het verweer van de Rabobank dat voor toewijzing van de vorderingen van de rechtsvoorgangers geen plaats is. De Hoge Raad vernietigt het arrest en doet de zaak zelf af. Hidde Volberda bespreekt het arrest van de Hoge Raad in 3 minuten.
Cassatievlog #090 is ook als podcast beschikbaar.

Rechter mag niet ambtshalve een dwangsom verbinden aan omgangsregeling
HR 13 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1459
Het is de rechter niet toegestaan om ambtshalve een dwangsom op te leggen bij geschillen tussen ouders over omgang (art. 1:377a BW). Dit geldt ook voor geschillen over de uitoefening van het gezamenlijk gezag (art. 1:253a BW). Lees meer…

Ook zorgvuldig bouwen kan onrechtmatig zijn
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17 (Afzinkkelder)
(1) Van een inbreuk op een recht als bedoeld in art. 6:162 lid 2 BW is niet al sprake op grond van de enkele omstandigheid dat een gedraging letsel of zaaksbeschadiging als voorzienbaar gevolg heeft; een zodanige gedraging is in het algemeen alleen onrechtmatig als zij in strijd is met een norm van geschreven of ongeschreven recht die ertoe strekt letsel of zaaksbeschadiging te voorkomen.
(2) Ook wanneer een bouwer bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, kan hij uit onrechtmatige daad aansprakelijk zijn voor de schade die derden door de bouwwerkzaamheden hebben geleden.

Het gehomologeerde akkoord en de rentevordering
HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:210
De vordering van een concurrente schuldeiser met betrekking tot de rente van na de faillietverklaring valt niet onder de verbindendheid van het gehomologeerde akkoord. Deze vordering kan na beëindiging van het faillissement dus nog worden afgedwongen. Lees meer…

Slagende motiveringsklacht over uitleg voorwaarde bodemrechter
Cassatieblog HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:247
Een juridische strijd tussen twee voormalig samenwonenden gaat in deze cassatie (onder andere) over de motivering van de uitleg die het hof in kort geding geeft aan een door de bodemrechter gegeven voorwaarde. De klacht daarover slaagt. Lees meer…

De uittredingsvoorwaarde bij coöperaties
HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:241
De verplichting om een eerder toegekend bedrag terug te betalen bij beëindiging van het lidmaatschap van een coöperatie is een uittredingsvoorwaarde in de zin van art. 2:60 BW. Lees meer…
Cassatievlog #089 | Bezwaarlijke ongedaanmaking bij vernietiging aandelenkoop
HR 9 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:208
Als een aandelenkoop wordt vernietigd wegens een wilsgebrek, brengt de enkele omstandigheid dat de verkoper de aandelen al heeft overgedragen aan de koper nog niet mee dat de gevolgen van de overeenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt als bedoeld in art. 3:53 lid 2 BW. Bovendien is het enkele feit dat een partij wordt benadeeld door de vernietiging onvoldoende grond om de regeling voor onbillijke bevoordeling uit art. 3:53 lid 2 BW toe te passen. Giel Wind bespreekt dit arrest.
Cassatievlog #089 is ook als podcast beschikbaar

Primaire dekkingsomschrijvingen versus preventieve garantievoorwaarden: Hoge Raad kiest nieuwe koers
HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:258
Er is geen reden om bedingen die de verzekeraar inroept om uitkering geheel of ten dele te weigeren, op voorhand te onderscheiden in bedingen waarbij een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid niet kan slagen (dat was bij primaire dekkingsomschrijvingen zo) en bedingen waarbij dat onder omstandigheden wel kan (dat was bij preventiegarantievoorwaarden het geval). De Hoge Raad laat dit onderscheid los. Bij beantwoording van de vraag of een beroep op een beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, hoeft bij verzekeringsovereenkomsten geen andere benadering te worden gevolgd dan bij andere overeenkomsten. Lees meer…