Prejudiciële vragen over uitputting van het distributierecht en geldigheid van de Poortvlietmaatstaf

Prejudiciële vragen over uitputting van het distributierecht en geldigheid van de Poortvlietmaatstaf

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0265 (Allposters/Pictoright)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU: kan het distributierecht van de auteursrechthebbende worden uitgeoefend ten aanzien van een reproductie van een auteursrechtelijk beschermd werk dat door of met toestemming van de rechthebbende in de EER is verkocht en geleverd, indien deze reproductie nadien een wijziging ten aanzien van de vorm heeft ondergaan en in die vorm opnieuw in het verkeer wordt gebracht? Lees meer…

Overbedeling zonder vergoedingsplicht niet strijdig met art. 3:185 lid 2 BW

Overbedeling zonder vergoedingsplicht niet strijdig met art. 3:185 lid 2 BW

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8746

De in art. 3:185 lid 2 BW voorkomende opsomming van wijzen van verdeling is niet uitputtend. Een door de rechter op grond van die bepaling bepaalde wijze van verdeling kan, gelet op de aard van de rechtsverhouding tussen de deelgenoten (in casu: een met economische eigendom vergelijkbare rechtsverhouding) en de redelijkheid en billijkheid (art. 3:166 lid 3 BW) strekken tot overbedeling zonder vergoeding van de overwaarde. Lees meer…

Incidentele vordering tot zaaksvoeging leidt niet tot verval peremptoirstelling en aanzegging akte niet-dienen

Incidentele vordering tot zaaksvoeging leidt niet tot verval peremptoirstelling en aanzegging akte niet-dienen

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5664 (Saldal B.V. c.s./X)

De verplichtingen van partijen om onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen (art. 20 lid 2 Rv) en de goede procesorde brengen mee dat op de roldatum waartegen partijperemptoirstelling en aanzegging van akte van niet-dienen voor memorie van grieven heeft plaatsgevonden, van grieven behoort te worden gediend. Dat is niet anders indien op die roldatum voeging wegens verknochtheid van zaken wordt gevorderd, ook al wordt op een dergelijke vordering vaak beslist voordat in de hoofdzaak wordt beslist. Lees meer…

Buitenlandse partijgetuige mag door Nederlandse rechter worden gehoord

Buitenlandse partijgetuige mag door Nederlandse rechter worden gehoord

HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:36 (Lippens c.s./Kortekaas c.s.)

Vervolg op HR 1 april 2011 en HvJ EU 6 september 2012, C170/11 (Lippens/Kortekaas). De EU-Bewijsverordening is niet exclusief, dus het staat de Nederlandse rechter vrij om een buitenlandse (partij-)getuige voor het Nederlandse gerecht te laten horen. Het oordeel van het hof dat de beslissing om gedaagden in Nederland als getuige te laten horen niet in strijd is met het recht op fair trial (art. 6 EVRM) is niet onjuist of ontoereikend gemotiveerd. Lees meer…

Bodemverhuurconstructie en faillissementspauliana

Bodemverhuurconstructie en faillissementspauliana

HR 21 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7199 (Eringa q.q./ABN AMRO Bank)

De omzetting van een stil pandrecht in een vuistpand – als gevolg waarvan de verpande zaken zich niet langer bevinden op de bodem van de belastingschuldige en daarom niet langer onderworpen zijn aan het bodemvoorrecht van de fiscus – betreft (in casu) een feitelijke handeling. Die feitelijke handeling valt buiten de reikwijdte van art. 42 Fw, aangezien slechts rechtshandelingen met een beroep op art. 42 Fw kunnen worden vernietigd. Lees meer…

Omvang en einde taak executeur-testamentair

Omvang en einde taak executeur-testamentair

HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:39 (X/Mazars Bewind B.V. en Executele en Viaduin Adviezen B.V.)

Zowel naar oud als nieuw erfrecht is de executeur-testamentair, voor zover de erflater niet anders heeft beschikt, (uitsluitend) belast met het beheer van de nalatenschap. Dat gold ook voor de onder het oude recht voorkomende figuur van de boedelberedderaar. Na het eindigen van zijn taak zal de executeur ook het beheer van de nalatenschap moeten beëindigen. Verhouding art. 399 Rv en art. 31/32 Rv. HR komt terug van zijn uitspraak van 18 juni 2010, NJ 2010/389. Lees meer…

Gevaarzetting wegens onveilig voetbalveld in Curaçaose gevangenis

Gevaarzetting wegens onveilig voetbalveld in Curaçaose gevangenis

HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:47 (Verzoeker/Het Land Curaçao)

Aan de hand van de criteria uit het Kelderluik-arrest moet worden beoordeeld of het Land Curaçao onrechtmatig heeft gehandeld jegens een gedetineerde die ernstig letsel heeft opgelopen bij een voetbalspel op de binnenplaats van een gevangenis. Dat het de eigen keuze van gedetineerden was om daar te voetballen en dat het algemeen bekend is dat aan sporten risico’s zijn verbonden, brengt niet mee dat het Land geen rekening diende te houden met onoplettendheid en onvoorzichtigheid van de gedetineerden. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl