Selecteer een pagina
Niet steeds schijn van volmachtverlening bij onbevoegde vertegenwoordiging door notaris

Niet steeds schijn van volmachtverlening bij onbevoegde vertegenwoordiging door notaris

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7490 (Erven X/Y en Z) 

Aan het optreden van een notaris namens zijn opdrachtgever kan niet reeds in het algemeen het gerechtvaardigd vertrouwen worden ontleend dat een toereikende volmacht was verleend; naast het geval dat de schijn van toereikende vertegenwoordigingsbevoegdheid stoelt op verklaringen of gedragingen van de opdrachtgever, gaat het erom of in de gegeven omstandigheden het optreden van de notaris voor risico van de onbevoegd vertegenwoordigde opdrachtgever komt en daaruit naar verkeersopvattingen de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Lees meer…

Ontstaan, opeisbaarheid en aanvang verjaring vordering tot nakoming verrekenplicht art. 1:141 lid 1 BW

Ontstaan, opeisbaarheid en aanvang verjaring vordering tot nakoming verrekenplicht art. 1:141 lid 1 BW

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU6591

Vordering uit omzetting niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding in finaal verrekenbeding ex art. 1:141 BW ontstaat in beginsel op tijdstip van indiening verzoek tot echtscheiding en is vanaf dat moment opeisbaar in zin van art. 6:81 BW. Als huwelijkse voorwaarden een termijn bevatten voor nakoming van de periodieke verrekenplicht, treedt het verzuim terzake niet nakoming van de vordering ex art. 1:141 lid 1 BW op grond van art. 6:83 sub a BW aanstonds in. Tijdstip indiening verzoek tot echtscheiding is ook tijdstip waarop verjaringstermijn ex art. 3:313 BW gaat lopen. De Hoge Raad komt in zoverre terug van zijn uitspraak van 6 december 2002,  ECLI:NL:HR:2002:AE9241. Lees meer…

Verjaringstermijn 30 jaar bij aansprakelijkheid voor in het verkeer brengen van asbestplaten

Verjaringstermijn 30 jaar bij aansprakelijkheid voor in het verkeer brengen van asbestplaten

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5216  (Nefalit/X c.s.)

Als door het verzagen van asbestplaten asbeststof in de lucht is gekomen, is geen sprake van luchtverontreiniging in de zin van art. 3:310, tweede lid, BW. Deze bepaling vindt niettemin toepassing, omdat asbest (wel) een bijzonder gevaar van ernstige aard voor personen oplevert als bedoeld in art. 6:175 BW. Daarvoor is niet nodig dat de vordering op art. 6:175 BW is gegrond, omdat de verwijzing in art. 3:310 lid 2 BW naar deze bepaling slechts aanduidt om welke soort schadelijke stoffen het gaat. Lees meer…

EEX-Verordening, forumkeuze en het verzoek om voorlopig getuigenverhoor

EEX-Verordening, forumkeuze en het verzoek om voorlopig getuigenverhoor

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU6545 (Roucar Gear Technologies/Mr. Guillouet q.q. c.s.)

Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dat niet gericht is op het inschatten van de proceskansen, maar op bewijsgaring, valt binnen het materiële toepassingsbereik als het onderliggende geschil een burgerlijke of handelszaak in de zin van art. 1 EEX-Verordening betreft. Een forumkeuze (art. 23 EEX-Vo) moet duidelijk en nauwkeurig zijn. Daarop strandt de klacht dat het hof zich niet slechts had moeten laten leiden door de tekstuele uitleg van de overeenkomst, maar tevens door de bedoeling van partijen. Lees meer…

Gerechtvaardigd vertrouwen op aanvaarding algemene voorwaarden

Gerechtvaardigd vertrouwen op aanvaarding algemene voorwaarden

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6684 (X/De Echoput c.s.)

Wanneer tijdens uitvoerige onderhandelingen tussen professionele partijen door de gebruiker van algemene voorwaarden in offertes steeds is verwezen naar die algemene voorwaarden (en deze ook zijn bijgevoegd) zonder dat de wederpartij daarop afwijzend heeft gereageerd, kan dit betekenen dat de gebruiker erop mocht vertrouwen dat haar algemene voorwaarden waren geaccepteerd, ook al is in de laatste opdrachtbevestiging niet opnieuw naar deze voorwaarden verwezen.  Lees meer…

Rolreglement kan niet afdoen aan recht op pleidooi in hoger beroep

Rolreglement kan niet afdoen aan recht op pleidooi in hoger beroep

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7596 (Stichting Waarborgfonds Motorverkeer/X)

In hoger beroep hebben partijen in beginsel recht op pleidooi. Het bepaalde in het rolreglement kan daar niet aan afdoen. Weigering van een verzoek om pleidooi kan slechts als de wederpartij klemmende redenen daartoe aanvoert of als het verzoek in strijd zou zijn met de eisen van een goede procesorde. Lees meer…

Alimentatierechter te behoedzaam bij toekenning terugwerkende kracht aan gewijzigde alimentatie

Alimentatierechter te behoedzaam bij toekenning terugwerkende kracht aan gewijzigde alimentatie

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8095

Wanneer de alimentatierechter vaststelt dat de eerder bepaalde alimentatie vanwege een wijziging van omstandigheden naar beneden bijgesteld moet worden, bestaat er geen reden voor behoedzaam gebruik van de bevoegdheid om de gewijzigde alimentatie te laten ingaan op een vóór zijn uitspraak gelegen datum, indien de alimentatieplichtige over het verleden nauwelijks aan zijn alimentatieverplichting heeft voldaan en inmiddels een aanzienlijke betalingsachterstand heeft opgelopen, terwijl niet gesteld is dat de alimentatiegerechtigde door wijziging met terugwerkende kracht ingrijpende gevolgen zal ondervinden. Lees meer…

Hoge Raad: voorgestelde wijziging toezicht op advocatuur maakt te sterk inbreuk op geheimhoudingsplicht

Hoge Raad: voorgestelde wijziging toezicht op advocatuur maakt te sterk inbreuk op geheimhoudingsplicht

De voorgestelde regeling van toezicht op de advocatuur streeft naar meer, intensiever en omvangrijker toezicht. De in algemene termen vervatte uitsluiting van een beroep op de geheimhoudingsplicht staat echter op gespannen voet met de kernwaarde van onafhankelijkheid. Daarnaast verdient de rechtsbescherming tegen (voorgenomen) toezichthoudende activiteiten verdere uitwerking. Aldus de Hoge Raad in zijn reactie op het ontwerp van de tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot aanpassing van de Advocatenwet. Lees meer…

De uitzondering op het reclameverbod in de Tabakswet

De uitzondering op het reclameverbod in de Tabakswet

HR 25 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS8874

Op het reclameverbod in de Tabakswet is slechts een zeer beperkte uitzondering gemaakt. Die uitzondering reikt niet verder dan nodig is om in een tabaksverkooppunt te tonen welk tabaksproduct voor welke prijs wordt verkocht. Elke presentatie die een verdergaand aanprijzend karakter heeft dan deze reguliere presentatie, valt onder het reclameverbod. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl