De maatstaf van ‘onredelijke benadeling’ uit art. 22a lid 1 Fw geldt niet bij overdracht van een levensverzekering
HR 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:36
(i) Er is geen grond om op de bevoegdheid tot overdracht door de curator van een levensverzekering, naast de wettelijke beperking van toestemming van de (gefailleerde) verzekeringnemer, de niet in de wet opgenomen beperking aan te brengen dat de verzekeringnemer door die overdracht niet onredelijk benadeeld wordt.
(ii) Onder omstandigheden kan van de curator worden verlangd dat hij, wanneer hij op de voet van art. 22a lid 2, tweede volzin, Fw de toestemming van de schuldenaar verkrijgt om tot overdracht van een levensverzekering over te gaan, zich ervan vergewist of de schuldenaar die toestemming onder een juiste voorstelling van zaken geeft en dat hij de schuldenaar op zijn rechten ten aanzien van die verzekering wijst. Lees meer…
Enkele ontbreken van een woonadres in het exploot leidt niet tot onredelijke benadeling verweerder
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2101
Het antwoord op de vraag of de nietigheid van het exploot moet worden uitgesproken op de grond dat daarin vermelding van de woonplaats van verweerster ontbreekt hangt ervan af of aannemelijk is dat verweerder door dit gebrek onredelijk is benadeeld in een belang dat wordt beschermd door de geschonden norm. Lees meer…
Ook bij faillietverklaring tussen een uitspraak en het aanhangig maken van een rechtsmiddel is het geding van rechtswege geschorst (art. 29 Fw)
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2100
Ook in het geval van een faillietverklaring van een procespartij tussen de uitspraak en het aanhangig worden van een daartegen ingesteld rechtsmiddel wordt het geding op de voet van art. 29 Fw van rechtswege geschorst. Lees meer…
Verwijzing naar het merk van een ander om compatibiliteit aan te geven moet in de ogen van het relevante publiek juist zijn
HR 8 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:37
Het verwijzen naar het merk van een ander met als doel het geven van informatie over de compatibiliteit van het eigen product met de waren of diensten van die ander, is in beginsel alleen toegestaan als die informatie – volgens het relevante publiek – juist is. Lees meer…
Beoordeling mededelingsplicht en normaal gebruik (art. 7:17 BW) bij koop woning met lichthinder
HR 11 december 2020 ECLI:NL:HR:2020:2003
Bij de koop van een woning dient bij de beoordeling van de vraag of de woning aan de koopovereenkomst voldoet (art. 7:17 lid 1 BW) niet alleen acht geslagen te worden op een mogelijke mededelingsplicht van de verkoper, maar dient ook beoordeeld te worden of de woningen de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de kopers van die woning de aanwezigheid niet behoefden te betwijfelen (art. 7:17 lid 2 BW). Lees meer…
Rechtbank mag aangeboden schuldregeling niet wijzigen
HR 4 december 2020 ECLI:NL:HR:2020:1953
De rechtbank mag een verzoek om één of meer schuldeisers te bevelen in te stemmen met een schuldregeling (art. 287a lid 1 Fw) slechts toe- of afwijzen. Zij mag het aanbod niet wijzigen. In dit geval heeft de rechtbank dit laatste wel gedaan. Daarmee heeft zij het verzoek in feite afgewezen. Het hof heeft verzoekster ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard, omdat tegen een afwijzing in hoger beroep kan worden opgekomen. Lees meer…
Immuniteit van executie is niet beperkt tot goederen met onmiddellijke publieke bestemming
HR 18 december 2020 ECLI:NL:HR:2020:2103
Op grond van het volkenrecht geldt voor goederen van een vreemde staat de presumptie van immuniteit, die alleen wijkt als is vastgesteld dat de desbetreffende goederen door de vreemde staat worden gebruikt of zijn beoogd voor andere dan publieke doeleinden. Het is aan de schuldeisers of beslaglegger om gegevens aan te dragen aan de hand waarvan een andere dan een publieke bestemming kan worden vastgesteld. Uit deze regels volgt dat immuniteit van executie niet is beperkt tot goederen waarvan de onmiddellijke bestemming een publieke is. Lees meer…
Vergissing in appelexploot waardoor geïntimeerde te laat van het appel hoort, is nog niet fataal
HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2009 (Call2Collect / Afterpay)
Dat een partij door een fout in het appelexploot pas van het tegen haar ingestelde hoger beroep op de hoogte is geraakt nadat de termijn voor het instellen van hoger beroep was verstreken, is onvoldoende (motivering) voor het oordeel dat die partij daardoor onevenredig in haar belangen zou worden geschaad en dat de appellant daarom niet-ontvankelijk zou zijn in het hoger beroep.
Bankgarantie niet ten onrechte geïnd
HR 27 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1892
Een abstracte bankgarantie is niet ten onrechte getrokken als later blijkt dat de begunstigde een grotere betalingsverplichting heeft jegens de partij die de bankgarantie had laten stellen. De begunstigde hoeft het uit de bankgarantie ontvangen bedrag dan ook niet als onverschuldigd betaald terug te betalen. Lees meer…
De schuldeiser die een faillissement uitlokt, dat later wordt vernietigd, kan aansprakelijk zijn voor de daardoor geleden schade
HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2004
De aanvrager van een faillissement kan aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van een faillissement dat op zijn aanvraag wordt uitgesproken, maar dat vervolgens op een rechtsmiddel wordt vernietigd. Dat is echter alleen het geval indien (i) de aanvrager wist of behoorde te weten dat geen grond bestond voor het uitspreken van het faillissement, dan wel (ii) de aanvrager anderszins met de aanvraag misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt. Lees meer…