WSNP: tussentijdse beëindiging wegens misdrijf en ontvankelijkheid bewindvoerder in cassatie
HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1949
Bij de beoordeling of tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling een te zware sanctie is, mogen de specifieke persoonlijke omstandigheden van de gesaneerde worden meegenomen. Dit oordeel dient echter wel goed gemotiveerd te worden. Als de in appel in het ongelijk gestelde partij, is de bewindvoerder op de voet van art. 351 lid 5 Fw ontvankelijk in cassatie.
Productaansprakelijkheid: causaal verband en omkeringsregel
HR 10 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:27
(1) Het oordeel van het hof over het ontbreken van causaal verband behoefde nadere motivering, gelet op de bevindingen uit het deskundigenbericht.
(2) Het hof had de omkeringsregel moeten toepassen, nu de verzekeraar zich heeft beroepen op een uit Europese richtlijnen voortvloeiende norm die strekt tot het voorkomen van het gevaar van een interne ontploffing en het hof heeft aangenomen dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt. Lees meer…
WSNP: toetsingskader hoger beroep, schending hoor en wederhoor, betrokkenheid r-c in hoger beroep
HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1948
In WSNP-zaken dient de rechtbank in haar hoedanigheid van hogerberoeprechter de beslissingen van de rechter-commissaris in volle omvang te toetsen. Het is de rechter-commissaris niet toegestaan om in de beroepsprocedure tegen zijn beschikking die beslissing van commentaar te voorzien of te verduidelijken, of zich uit te laten over tegen die beschikking in hoger beroep aangevoerde gronden. Lees meer…
Het belang van kennis, ervaring en vermogen voor de inhoud van de zorgplicht
HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1844 en ECLI:NL:HR:2019:1845
Ook als een belegger niet kwalificeert als professionele belegger in de zin van art. 1:1 Wft, is voor de vaststelling van de inhoud van de zorgplicht van belang welke kennis van en ervaring met financiële instrumenten de belegger heeft en wat zijn vermogenspositie was. Die omstandigheden zijn niet pas relevant bij het vaststellen van eventuele eigen schuld. Lees meer…
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over levering van drinkwater
HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1972
In deze uitspraak stelt de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. In de kern gaat het om de vraag of – zowel in het kader van het op art. 9 Richtlijn koop op afstand gebaseerde art. 7:7 lid 2 (oud) BW, als in het kader van het op art. 27 Richtlijn consumentenrechten gebaseerde huidige art. 7:7 lid 2 BW – sprake is van levering van drinkwater op grond van een overeenkomst, dan wel van een ongevraagde levering van drinkwater zoals verboden door art. 5 lid 5 en punt 29 van bijlage I van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Lees meer…
Verboden leeftijdsonderscheid in een pensioenreglement
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2037 en HR 17 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:72
Het ABP maakt geen verboden leeftijdsonderscheid met de in het tot 1 januari 2015 geldende pensioenreglement opgenomen passage dat de pensioenopbouw van een gewezen werknemer met een ontslag- of werkloosheidsuitkering stopt wanneer deze gewezen werknemer de leeftijd van 62 jaar bereikt. Lees meer…
Schorsing van de tenuitvoerlegging van uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraken
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan gerechtvaardigd zijn indien het belang van de veroordeelde, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen. Toepassing van deze maatstaf in incident respectievelijk kort geding. Bepalend of beslissing in vorige instantie is gemotiveerd. Lees meer…
81 RO ‘behoefde’ nieuwe standaardoverweging
De Hoge Raad past de standaardoverwegingen aan voor uitspraken zonder inhoudelijke motivering (afdoening met toepassing art. 80a of art. 81 RO). De Hoge Raad heeft dat afgelopen vrijdag toegelicht met een persbericht. Lees meer…
Verplicht lidmaatschap NBA voor accountants niet in strijd met art. 11 EVRM
6 december 2019 ECLI:NL:HR:2019:1908
Het voor accountants wettelijk verplichte lidmaatschap van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is niet in strijd met art. 11 EVRM, omdat de NBA als een publiekrechtelijke vereniging moet worden aangemerkt en geen vereniging is in de zin van die bepaling. Taak advocaat na verzoek om spreektijdverlenging pleidooi ex art. 4.4 Procesreglement gerechtshoven. Lees meer…
Eerst uitleg van de overeenkomst, dan kwalificatie van de inhoud
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2034
(1) De rechter moet eerst met behulp van de Haviltex-maatstaf de inhoud van (de wederzijdse rechten en plichten) vaststellen, en mag pas daarna beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een bijzondere overeenkomst (kwalificatie) zoals een pachtovereenkomst. De rechter mag niet aan de hand van voorschriften die voor een pachtovereenkomst gelden, vaststellen of partijen wel of niet beoogden een pachtovereenkomst aan te gaan. (2) Het is niet uitgesloten dat op enig moment na het sluiten van een overeenkomst een ander dan de oorspronkelijke contractspartij in diens plaats als contractuele wederpartij moet worden aangemerkt. Of sprake is van een wijziging van een van de contractspartijen, hangt af van wat de betrokken partijen daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijze mochten afleiden. Lees meer…