Alle berichten met de tag: BW art. 6:212


HR 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1355 en 1366

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de vereiste duidelijkheid van een bestelknop op websites en de gevolgen van onvoldoende duidelijke bestelknoppen. Uit een bestelknop met de enkele tekst ‘bestelling’, ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestelling afronden’ blijkt volgens de Hoge Raad onvoldoende duidelijk dat de consument bij het klikken daarop een betalingsverplichting aangaat. De overeenkomst die via zo’n knop tot stand komt is daarom vernietigbaar. De Hoge Raad geeft handvatten voor de gevolgen van (gedeeltelijk) vernietigde overeenkomsten en het afwikkelen daarvan. (meer…)

HR 23 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca)

De omstandigheid dat een partij niet onrechtmatig heeft gehandeld, brengt niet zonder meer mee dat de verrijking als gevolg van dat handelen gerechtvaardigd is. Handhaving van een later vernietigd octrooi brengt echter nog niet zonder meer mee dat de daardoor opgetreden verrijking van de octrooihouder ongerechtvaardigd is. (meer…)

HR 24 mei 2013, LJN BZ1782 (Credit Suisse/Subway)

Indien de (zittende) onderhuurder van een bedrijfspand, na beëindiging van de huurovereenkomst, met de (hoofd)verhuurder heeft onderhandeld over de totstandkoming van een (nieuwe) huurovereenkomst, en de onderhuurder het gebruik van het bedrijfspand intussen heeft voortgezet, waarna de onderhandelingen door de (hoofd)verhuurder zijn afgebroken, is voor dit voortgezet gebruik in beginsel een gebruiksvergoeding verschuldigd op grond van art. 6:212 BW. Het past in het stelsel van de wet de schade van de eigenaar in dit geval naar objectieve maatstaven te berekenen (vgl. art. 7:225 en 7:230a BW). (meer…)

HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0472

Een in het kader van een reconstructie gemaakte administratieve vergissing van het Kadaster of de Reconstructiecommissie, waardoor erfdienstbaarheden zijn vervallen en waarbij geen rechten en belangen van derden in het geding zijn, moet worden hersteld, ondanks dat tegen het verval een met voldoende waarborgen omklede procedure heeft opengestaan die niet is benut. Dat vloeit hier volgens de Hoge Raad voort uit de redelijkheid en billijkheid, maar herstel kan ook worden toegewezen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. (meer…)

HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5986 (mr. Van Hees q.q./X)

De deelnemer aan een piramidespel die – anders dan de meeste (latere) deelnemers – positieve resultaten heeft behaald, hoeft deze niet terug te betalen wegens benadeling van de gezamenlijk schuldeisers in het faillissement van de organisator van het piramidespel. (meer…)

Cassatieblog.nl