HR 12 februari 2021 ECLI:NL:HR:2021:226
Als niet is voldaan aan het voorheen in de wet gestelde vereiste dat een medische verklaring niet mag worden verstrekt door een arts die is verbonden aan de zorgaanbieder van de accommodatie waarin de betrokkene al verblijft, dient de rechtbank dit ambtshalve te constateren.
In zijn beschikking van 27 november 2020 (CB 2020-145) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat niet kon worden geanticipeerd op de wijziging van art. 26 lid 7 Wzd (per 31 oktober 2020). Anders dan onder art. 26 lid 7 (oud) Wzd, kan na de wijziging een rechterlijke machtiging worden verleend met gebruikmaking van een medische verklaring die is verstrekt door een arts die verbonden is aan de zorgaanbieder van de accommodatie waarin de betrokkene al verblijft.
Deze uitspraak van 12 februari 2021 voegt hieraan toe dat de rechtbank de omstandigheid dat een arts is verbonden aan dezelfde zorgaanbieder in voorkomend geval ambtshalve dient te constateren, nu hier het grondrecht in het geding is dat niemand zijn vrijheid mag worden ontnomen buiten de gevallen bij of krachtens de wet bepaald.
Volgt vernietiging en terugverwijzing.