Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2009 (Call2Collect / Afterpay)

Dat een partij door een fout in het appelexploot pas van het tegen haar ingestelde hoger beroep op de hoogte is geraakt nadat de termijn voor het instellen van hoger beroep was verstreken, is onvoldoende (motivering) voor het oordeel dat die partij daardoor onevenredig in haar belangen zou worden geschaad en dat de appellant daarom niet-ontvankelijk zou zijn in het hoger beroep.

(meer…)

HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2007

Een stichting met als doel het controleren van de naleving van het staatssteunverbod, die ter behartiging van het algemeen belang een verklaring voor recht vordert dat dit verbod in een concreet geval is geschonden, is niet een justitiabele wiens situatie door de vermeende steun concreet dreigt te worden beïnvloed. Zij kan zich daarom niet beroepen op het uitvoeringsverbod van art. 108 lid 3 VWEU. (meer…)

HR 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1952

Op grond van artikel 1066 lid 2 (oud) Rv kan de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis worden geschorst. Bij de beslissing op dat schorsingsverzoek moet de rechter zich een voorlopig oordeel vormen over de vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis en daarnaast de belangen van partijen afwegen. Dat leidt er in deze zaak toe dat de tenuitvoerlegging van de arbitrale vonnissen tussen Yukos en de Russische Federatie niet wordt geschorst. (meer…)

HR 25 september 2020 ECLI:NL:HR:2020:1499

De regel ‘koop breekt geen huur’, zoals die is vervat in art. 7:226 BW, ziet alleen op gevallen waarin de verhuurder (of diens schuldeiser) de verhuurde zaak of een zelfstandig recht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal op de verhuurde zaak overdraagt. Er bestaat op dit punt geen ruimte voor een extensieve uitleg van art. 7:226 BW. De rechten en verplichtingen van de verhuurder uit de huurovereenkomst gaan dus niet op grond van art. 7:226 BW over op de verkrijger wanneer het niet de (schuldeiser van de) verhuurder is die de (zelfstandige rechten op de) verhuurde zaak overdraagt. (meer…)

HR 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785, ECLI:NL:HR:2020:1786 en ECLI:NL:HR:2020:1787

Art. 3:4 lid 1 en 2 BW bevatten elk een zelfstandige grond voor bestanddeelvorming van een zaak met een hoofdzaak. Voor bestanddeelvorming op grond van art. 3:4 lid 2 BW geldt een zuiver fysiek criterium. Niet relevant is wat de vermogensrechtelijke gevolgen zijn van de eventuele afscheiding van de zaak en de hoofdzaak, en of na afscheiding herstel kan plaatsvinden. (meer…)

HR 13 november 2020  ECLI:NL:HR:2020:1783

Ten aanzien van een hoofdveroordeling waarbij de medewerking van derden is vereist kan een dwangsom worden opgelegd. Voorts kunnen er  voorwaarden worden verbonden aan de aanwijzing van een noodweg, maar niet voor zover dit de gebruiker van de noodweg het recht zou geven delen van het bezwaarde erf te gebruiken die niet zijn aangewezen als noodweg. (meer…)

Cassatieblog.nl