Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2567 (Eisers/GE Artesia)

(1) Er geldt geen algemene regel dat een procespartij gehouden is om voorafgaand aan een pleidooi te verzoeken een akte in het principaal beroep te mogen nemen voor een reactie op pas na haar memorie van grieven in het principaal beroep gebleken feiten. (2) Nu de vorderingen van de drie eisers ook in afzonderlijke gedingen hadden kunnen worden berecht, zijn de afzonderlijke eisers geen partijgetuigen in de zaken van de andere eisers (art. 164 lid 2 Rv). (meer…)

HR 29 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2518 (Pretium/Tros)

(1) In art. 843a lid 4 Rv ligt niet in haar algemeenheid de eis besloten dat een exhibitievordering slechts toewijsbaar is indien andere mogelijkheden van bewijsgaring uitgeput of afwezig zijn. (2) Het hof heeft de exhibitievordering kunnen afwijzen op grond van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit die in art. 10 EVRM besloten liggen. (meer…)

HR 22 september 2017 ECLI:NL:HR:2017:2444 (Stichting Participanten Warmond/Lexence)

(1) Het belang van een commanditaire vennootschap bestaat uit het gezamenlijke belang van de vennoten, dus zowel de beherend als de commanditaire vennoten; (2) indien voor de advocaat kenbaar is dat bij zijn advies tegenstrijdige belangen van de vennoten betrokken zijn, dient hij hiermee bij zijn advisering rekening te houden en onder omstandigheden zijn werkzaamheden voor de vennootschap te beëindigen; (3) een advocaat van een CV dient mede op de belangen van de commanditaire vennoten acht te slaan; een tekortkoming in de nakoming van de contractuele verplichtingen jegens de CV levert in beginsel tevens een onrechtmatige daad op jegens de commanditaire vennoten. (meer…)

HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2366 (De Alternatieve c.s./Verweerders)

De vraag of en in hoeverre een benadeelde de kosten van een procedure kan verhalen op een derde die niet in de procedure betrokken was, moet niet beantwoord worden aan de hand van de strikte maatstaf uit het arrest Duka/Achmea, maar aan de hand van de algemene regels betreffende aansprakelijkheid en schadevergoeding. (meer…)

HR 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2455

De schuldenaar kan gedurende het verzuim van zijn schuldeiser geen dwangsommen verbeuren. Het oordeel dat zodanige situatie zich voordoet, is aan de executierechter. Dat oordeel valt buiten de reikwijdte van art. 611d Rv en de exclusieve bevoegdheid van de dwangsomrechter, nu het dan niet gaat om een (op onmogelijkheid gebaseerde) opheffing of vermindering van de dwangsom als in die bepaling bedoeld, maar om de daaraan voorafgaande vraag of de schuldeiser de veroordeling waaraan de dwangsom is verbonden (in de relevante periode) mocht executeren. (meer…)

Cassatieblog.nl