Dossier: Strafrecht


HR 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:796

De algemene regel van stellen en bewijzen ex art. 149 lid 1 Rv geldt ook voor schadevergoedingsvorderingen ter zake van een feitencomplex waarover ook een strafzaak tegen de gedaagde aanhangig is. De toepassing van deze regel is in beginsel niet in strijd met art. 6 EVRM. (meer…)

Hoge Raad 13 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:898

In dit arrest gaat de Hoge Raad in op de verhouding tussen strafrechtelijke transacties en wilsgebreken. De Hoge Raad oordeelt in een oordeel ten overvloede dat moet worden aangenomen dat een strafrechtelijke transactie als bedoeld in art. 74 Sr in beginsel kan worden vernietigd met een beroep op overeenkomstige toepassing van de civielrechtelijke bepalingen over dwaling (art. 6:228 BW) en bedrog (art. 3:44 BW). Jellis Jansen bespreekt in drie minuten de uitspraak.

Gijsbrecht Nieuwland en Berend-Bram Heinen hebben de Stat in cassatie blijgestaan.

 

HR 17 januari 2025 ECLI:NL:HR:2025:88 en ECLI:NL:HR:2025:89 

Als een Nederlander in een andere EU-lidstaat wordt veroordeeld, kan Nederland besluiten de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf over te nemen. In dat geval wordt de tenuitvoerlegging beheerst door Nederlands recht en geldt in beginsel het Nederlandse regime voor voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). Door verschillen met het v.i.-regime in de beslissingsstaat, kan het overnemen van de straf de facto leiden tot een strafverzwaring. De Hoge Raad gaat in twee uitspraken in op de mogelijkheden voor de Staat en de veroordeelde (in de vorm van rechtsbescherming) om zo’n strafverzwaring te voorkomen. In drie minuten bespreekt Matthijs Bakker deze uitspraken.

 

HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1774

De minister kon een gratieverzoek weigeren van een veroordeelde in wiens zaak de Hoge Raad na een koerswijziging niet ambtshalve had getoetst of het strafbare feit ten tijde van het hofarrest was verjaard, terwijl het cassatieberoep al voor die koerswijziging aanhangig was. De motivering van de minister dat toewijzing van het gratieverzoek een bewuste keuze van de Hoge Raad zou doorkruisen was toereikend. (meer…)

Hoge Raad 1 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1560

Een advocaat wil zich verzetten tegen de wijze waarop verschoningsrechtelijke stukken worden beoordeeld in een strafzaak. Kan zij daarvoor terecht bij de civiele rechter? In drie minuten bespreekt Matthijs Bakker het antwoord van de Hoge Raad.

 

Cassatievlog #112 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Cassatieblog.nl