Volledig cursusgeld verschuldigd bij annulering?
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2775
Bij de beoordeling van de vraag of een annuleringsbeding in een overeenkomst van opdracht onredelijk bezwarend is, kan – ook wanneer dit artikel niet rechtstreeks van toepassing is – aansluiting worden gezocht bij art. 7:411 BW. Lees meer…
Beroepsaansprakelijkheid notaris voor meewerken aan een handeling die belangen van derden schaadt
HR 10 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2850
Bij de vraag of een notaris onrechtmatig handelt door zijn medewerking te verlenen aan het vestigen van een recht van hypotheek waarvan hij weet dat dit de mogelijkheden van verhaal van derden doorkruist, dienen de maatstaven uit het Novitaris-arrest tot uitgangspunt te worden genomen. Lees meer…
Directe en indirecte octrooiinbreuken bij Swiss-type-conclusies
HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2807 (MSD/Teva)
1. Een producent of handelaar maakt slechts dan een directe inbreuk op een octrooi met een Swiss-type claim als hij voorziet of moet voorzien dat het door hem vervaardigde of aangeboden generieke middel welbewust zal worden aangewend voor behandeling waarop het tweede medische indicatie-octrooi ziet. Daarvoor is vereist dat de gemiddelde vakman zal menen dat het middel (mede) voor die behandeling bestemd of geschikt is. De producent of handelaar zal dan alle in redelijkheid van hem te vergen effectieve maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat zijn product zal worden uitgeleverd voor de geoctrooieerde tweede medische indicatie.
2. Op een Swiss-type claim kan indirecte inbreuk worden gemaakt op dezelfde voet als op een claim volgens het huidige art. 54 lid 5 EOV. Bij een productgebonden voortbrengselconclusie is de aan het voortbrengsel (het geneesmiddel) te geven toepassing immers ‘een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ als bedoeld in art. 73 ROW 1995.
3. Wat is te verstaan onder ‘een middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ vergt uitleg van het octrooi en is sterk verweven met waarderingen van feitelijke aard. De rechter zal zich in ieder afzonderlijk geval, aan de hand van zijn uitleg van het octrooi, moeten afvragen of daarvan sprake is, waarbij kan worden betrokken of het gewraakte middel een zodanige rol vervult bij de toepassing van de leer van het octrooi dat voldaan is aan de ratio van het bestaan van de figuur van de indirecte octrooi-inbreuk: het verhinderen dat door het toeleveren van (onbeschermd) materiaal derden direct ongeoorloofd gebruik van de uitvinding maken. Lees meer…
Hoge Raad komt terug van Wherestad-arrest: toerekeningsregel van art. 6:101 lid 2 BW blijft buiten beschouwing bij égalitéaansprakelijkheid
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2789
Wanneer de Staat wegens rechtmatig strafvorderlijk optreden aansprakelijk is voor schade aan zaken van een ander dan de verdachte moet – bij beoordeling van de vraag of de vergoedingsplicht van de Staat op de voet van art. 6:101 lid 1 BW moet worden verminderd of vervalt – het tweede lid van die bepaling buiten toepassing blijven. Dat betekent dat indien de beschadigde zaak werd gehouden door de verdachte, omstandigheden aan de zijde van de verdachte die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade, niet aan die ander (de eigenaar) kunnen worden toegerekend. Lees meer…
Geen uitzondering op verplichte procesvertegenwoordiging in cassatie voor wrakingsverzoek
HR 3 november 2017 ECLI:NL:HR:2017:2806
Voor het doen van een wrakingsverzoek maakt de Wet versterking cassatierechtspraak geen uitzondering op de verplichte procesvertegenwoordiging in cassatie door een advocaat bij de Hoge Raad. Lees meer…
Hoge Raad over vaststellen rechtens relevante kans in geval van kansschade
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2786
Kansschade bij medische aansprakelijkheid. Uit het feit dat een (medisch) deskundige een kans niet in een percentage kan uitdrukken omdat naar de grootte van die kans geen onderzoek is gedaan, volgt niet dat die kans niet in een rechtens relevante omvang bestaat. Lees meer…
De formele rechtskracht van al dan niet ‘wegbestemmen’
HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2563 (Eiser/Borne en Hengelo)
(1) Als een gemeente een nieuw bestemmingsplan vaststelt en daarbij een bestaand legaal gebruik niet positief bestemt, is sprake van ‘wegbestemmen’. Dat het bestaande legaal gebruik in het vorige bestemmingsplan niet was opgenomen en dat er in zoverre sprake is van ‘nieuwbestemming’, doet daaraan niet af. (2) Als het bestemmingsplan waarin wordt ‘wegbestemd’ onherroepelijk is geworden, moet de inhoud daarvan, met inbegrip van dit wegbestemmen, voor rechtmatig worden gehouden. Het beginsel van formele rechtskracht staat dan eraan in de weg om in een civiele procedure te onderzoeken of het ‘wegbestemmen’ een onrechtmatige daad oplevert. Lees meer…
‘Koop breekt geen huur’ geldt ook bij gedeeltelijke overdracht van de verhuurde zaak
HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2560
Artikel 7:226 BW is ook van toepassing op de overdracht van een gedeelte van het verhuurde. Zodanige toepassing kan leiden tot splitsing van de huurovereenkomst. Hoge Raad geeft met het oog daarop een aantal praktische regels. Verantwoordelijkheid voor bewerkstelligen van een eventuele splitsing van de huurovereenkomst ligt bij verhuurder. Lees meer…
Debat over eigen schuld kan in de hoofdprocedure worden gevoerd, ook als schadevergoeding op te maken bij staat is gevorderd
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2774
Op grond van art. 612 Rv begroot de rechter die een veroordeling tot schadevergoeding uitspreekt, in beginsel de schade in zijn vonnis voor zover hem dit mogelijk is. Dit is ook het geval als slechts schadevergoeding op te maken bij staat is gevorderd, maar voldoende is gesteld en is komen vast te staan om tot een veroordeling tot een bepaald bedrag te kunnen komen. Dit brengt mee dat de rechter al in de hoofdprocedure kan beslissen over punten die op zichzelf genomen in de schadestaatprocedure nog (verder) aan de orde kunnen worden gesteld, zoals vragen van causaal verband en eigen schuld. Lees meer…
Mogelijkheid tot afkoop pensioenaanspraak door curator in faillissement
HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2564
(i) Het is geen beginsel van Nederlands faillissementsrecht dat aanspraken op een pensioenvoorziening steeds buiten het tot het faillissement behorende vermogen vallen (HR 5 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3423, NJ 2008/478). Mede in het licht van de mogelijkheid de afkoop door de curator van een levensverzekering geheel of gedeeltelijk te verhinderen (art. art. 22a lid 1 sub a Fw), is er geen aanleiding om aan een verzekering als de onderhavige een ‘hoogstpersoonlijk’ karakter toe te kennen. Lees meer…