Selecteer een pagina

Bilateraal investeringsverdrag tussen Ecuador en VS is “recht van vreemde staten” als bedoeld in art. 79 lid 1 RO

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2837 (Republiek Ecuador/Chevron en TexPet)

Het bilateraal investeringsverdrag moet gelet op de parlementaire geschiedenis van art. 79 RO worden aangemerkt als “recht van vreemde staten” als bedoeld in art. 79 lid 1, aanhef en onder b RO. Het gaat hier immers om internationaal publiekrecht dat niet geldt in de Nederlandse rechtsorde. Hieruit volgt dat oordelen van het hof omtrent de inhoud en uitleg van het BIT (Bilateral Investment Treaty) in cassatie niet op juistheid kunnen worden onderzocht. Lees meer…

De verkapte exequaturprocedure en het vereiste van formele uitvoerbaarheid

De verkapte exequaturprocedure en het vereiste van formele uitvoerbaarheid

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838

Wordt met een beroep op art. 431 lid 2 Rv het geding dat tot een buitenlandse (niet voor executie in Nederland vatbare) rechterlijke beslissing heeft geleid, opnieuw bij de Nederlandse rechter gevoerd, dan dient de Nederlandse rechter te beoordelen of en in hoeverre hij aan die beslissing gezag toekent. Toewijzing van een op art. 431 lid 2 Rv gegronde vordering kan afstuiten op het ontbreken van formele uitvoerbaarheid van de beslissing in het land van herkomst. Dat (zoals in casu) de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging in het land van herkomst is vervallen, staat niet aan erkenning op de voet van art. 431 lid 2 Rv in de weg.  Lees meer…

Prejudiciële vraag aan Hoge Raad over ingangsdatum wettelijk rente bij effectenlease

Prejudiciële vraag aan Hoge Raad over ingangsdatum wettelijk rente bij effectenlease

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2014:3569 (X/Dexia)

Prejudiciële vraag in effectenleasezaak: wat is de ingangsdatum van de wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenlease-overeenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg? Het gaat hierbij om termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer voorafgaande aan de beëindiging van de effectenlease-overeenkomst(en) uit hoofde van die effectenlease-overeenkomst(en) heeft betaald. Lees meer…

Veroordeling in de proceskosten in eerste aanleg en grenzen van de rechtsstrijd na cassatie en verwijzing

Veroordeling in de proceskosten in eerste aanleg en grenzen van de rechtsstrijd na cassatie en verwijzing

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2739

Na cassatie en verwijzing is de verwijzingsrechter gebonden aan beslissingen die in cassatie niet of tevergeefs zijn aangevochten. Dit lijdt uitzondering voor beslissingen die voortbouwen op of onverbrekelijk samenhangen met een beslissing waarover in cassatie met succes is geklaagd. De onderhavige beslissing omtrent de proceskostenveroordeling in eerste aanleg valt niet onder deze uitzondering en dus was het verwijzingshof gebonden aan die eerdere beslissing. Lees meer…

Zorgplicht ter controle van de juistheid van een strafrechtelijke aangifte in een vreemde taal

Zorgplicht ter controle van de juistheid van een strafrechtelijke aangifte in een vreemde taal

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2740

(1) Het hof heeft kunnen oordelen dat eiser onzorgvuldig heeft gehandeld door een onjuist gebleken aangifte in een taal die hij niet machtig was te ondertekenen zonder te (laten) onderzoeken of de inhoud daarvan overeenstemde met hetgeen hij wilde verklaren. (2) Voor toekenning van smartengeld wegens aantasting van de eer van een beschuldigde partij is niet vereist dat derden van de beschuldigingen kennis nemen. Potentieel verlies van verdienvermogen kan medebepalend zijn voor de ernst van een aantasting in iemands eer of goede naam. Lees meer…

Ouder zonder gezag is geen belanghebbende bij ondertoezichtstelling

Ouder zonder gezag is geen belanghebbende bij ondertoezichtstelling

HR 13 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2665

In een procedure tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling kan de niet met het gezag beklede ouder niet worden beschouwd als belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1 Rv. Deze ouder heeft dan ook niet de bevoegdheid hoger beroep in te stellen van een beslissing dienaangaande indien het verzoek tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling niet van hem afkomstig was.  Lees meer…

Beklamelcriterium; slechtere zekerheidspositie impliceert nog geen schade bij schuldeiser

Beklamelcriterium; slechtere zekerheidspositie impliceert nog geen schade bij schuldeiser

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627 (RCI Financial Services B.V./verweerder)

Voor bestuurdersaansprakelijkheid wegens het aangaan van een onbetaald gebleven en onverhaalbaar gebleken schuld namens de vennootschap, is vereist dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de schuldeiser als gevolg van het niet nakomen van de verplichting door de vennootschap schade zou lijden (HR 6 oktober 1989, NJ 1990, 286; Beklamel). De enkele omstandigheid dat de schuldeiser, anders dan was overeengekomen, geen eerste- maar een tweederangs pandrecht heeft verkregen, brengt nog niet mee dat hij dientengevolge schade lijdt. Lees meer…

De verzettermijn na tenuitvoerlegging van een verstekvonnis in geval van derdenbeslag

De verzettermijn na tenuitvoerlegging van een verstekvonnis in geval van derdenbeslag

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2629 (Morning Star/Republiek Gabon)

De aanname dat iemand in ieder geval op de hoogte geraakt van een verstekvonnis in geval van tenuitvoerlegging geldt niet indien de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis geschiedt door uitbetaling van hetgeen een derde in het kader van een onder hem gelegd beslag heeft verklaard aan de veroordeelde verschuldigd te zijn, terwijl achteraf blijkt dat die derde in het geheel niets aan de veroordeelde verschuldigd was. Nu in een dergelijk geval de mogelijkheid bestaat dat de verzettermijn is verstreken voordat de veroordeelde met het verstekvonnis bekend is geraakt, is toepassing van art. 143 lid 3 in verbinding met art. 144 Rv alsdan niet gerechtvaardigd. Lees meer…

Hoge Raad verduidelijkt Spaanse Villa-arrest

Hoge Raad verduidelijkt Spaanse Villa-arrest

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628

In geval van onrechtmatig handelen bij de taakvervulling als bestuurder van een vennootschap, is deze bestuurder slechts persoonlijk aansprakelijk voor de schade die de wederpartij lijdt ten gevolge van wanprestatie of een onrechtmatige daad van de vennootschap als die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Lees meer…

Maatstaf beoordeling verzoek deskundigenbenoeming bij oplegging jeugdbeschermingsmaatregel

Maatstaf beoordeling verzoek deskundigenbenoeming bij oplegging jeugdbeschermingsmaatregel

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2632 (X/De Raad voor de Kinderbescherming)

Een voldoende concreet en terzake dienend verzoek tot toepassing van art. 810a lid 2 Rv, dat feiten en omstandigheden bevat die zich lenen voor een onderzoek door een deskundige, zal in beginsel moeten worden toegewezen indien de rechter geen feiten of omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat toewijzing van het verzoek strijdig is met het belang van het kind. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl