Passeren bewijsaanbod onbegrijpelijk in het licht van het partijdebat

Passeren bewijsaanbod onbegrijpelijk in het licht van het partijdebat

HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3075 

Een procespartij dient (ook in hoger beroep) tot getuigenbewijs te worden toegelaten indien zij een voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot beslissing van de zaak kunnen leiden. Het oordeel van het hof dat eiseres een onvoldoende specifiek en/of relevant bewijsaanbod heeft gedaan, is onbegrijpelijk omdat uit het partijdebat duidelijk blijkt op welke stelling het aanbod om “betrokkene 3” als getuige te horen betrekking had. Lees meer…

Procesrecht in internationale familierechtzaken: let op het Haags Kinderbeschermingsverdrag

Procesrecht in internationale familierechtzaken: let op het Haags Kinderbeschermingsverdrag

HR 31 oktober 2014,  ECLI:NL:HR:2014:3070

De vraag of de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid toekomt om in geval van een buiten de EU wonend Nederlands kind vervangende toestemming te verlenen voor de aanvraag van een Nederlands paspoort ten behoeve van dit kind, dient te worden beantwoord aan de hand van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996. Lees meer…

Bij vervanging van rechter na mondelinge behandeling kunnen partijen om nadere mondelinge behandeling verzoeken

Bij vervanging van rechter na mondelinge behandeling kunnen partijen om nadere mondelinge behandeling verzoeken

HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3076 (Eisers/Staat)

Indien in de periode tussen de mondelinge behandeling en de uitspraak van de rechter een of meer van de rechters van de zetel worden vervangen, moeten partijen daarover worden geïnformeerd onder opgaaf van redenen en de beoogde uitspraakdatum. Elke partij mag dan een nadere mondelinge behandeling verzoeken ten overstaan van de rechter(s) door wie de uitspraak zal worden gewezen. Als er geen proces-verbaal is van de eerdere zitting mag een dergelijk verzoek niet worden afgewezen. Lees meer…

A-G Keus concludeert tot vernietiging in splitsingszaken

A-G Keus concludeert tot vernietiging in splitsingszaken

Conclusie P-G 3 oktober 2014, ECLI:NL:PHR:2014:1801 (Staat/Essent), ECLI:NL:PHR:2014:1802 (Staat/Eneco), ECLI:NL:PHR:2014:1803 (Staat/Delta)

A-G Keus heeft geconcludeerd tot vernietiging van de arresten in de splitsingszaken. Volgens de A-G kunnen de energiebedrijven zich niet beroepen op het recht op vrij kapitaalverkeer (art. 63 VWEU), omdat zij geen buitenlandse investeerder of netbeheerder zijn. Na cassatie en verwijzing zal de rechter nog wel het beroep van Eneco en Delta op art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM moeten beoordelen. Lees meer…

Drie vernietigingen in Bopz-zaken

Drie vernietigingen in Bopz-zaken

HR 17 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2996,  ECLI:NL:HR:2014:2998, ECLI:NL:HR:2014:2986

Hoe waardevol de toetsing in cassatie in Bopz-zaken is blijkt uit deze drie uitspraken, waarin beslissingen van de rechtbank tot gedwongen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis worden vernietigd. Het zijn variaties op vaste rechtspraak van de Hoge Raad, over onderzoek van de initiële vrijheidsbeneming, over hoorplicht en de keuze van een raadsman, en over een persoonlijk onderzoek door een psychiater. Twee uitspraken zijn conform de conclusie van de advocaat-generaal.  Lees meer…

Versoepeling rookverbod wegens strijd met verdragsverplichting onverbindend verklaard

Versoepeling rookverbod wegens strijd met verdragsverplichting onverbindend verklaard

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2928 (Staat/ Club Actieve Nietrokers)

Art. 8 van de WHO Framework Convention on Tobacco Control verplicht staten tot een effectieve bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook, ook in kleine cafés. Deze bepaling is onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig omschreven, zodat deze zich verzet tegen de ingevoerde versoepeling van het rookverbod voor kleine cafés. De uitzondering op het rookverbod voor deze cafés is dan ook onverbindend wegens strijd met genoemd verdrag. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl