Geen dwangsomverbod bij veroordeling tot medewerking aan teruglevering pand tegen terugbetaling koopsom.

HR 31 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:113

In de situatie waarin de veroordeling tot betaling van de koopsom van een pand pas kan worden geëxecuteerd nadat het pand is teruggeleverd, terwijl voor dat laatste de medewerking van de wederpartij is vereist, is geen sprake van een situatie waarin de geldsom ook met behulp van gewone executiemiddelen kan worden verkregen. In die situatie geldt het ‘dwangsomverbod’ van art. 611a lid 1 Rv dus niet. Lees meer…

Bestuursrechter niet exclusief bevoegd ter zake van invordering bestuursrechtelijke geldschulden

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:233 (CAK / Verweerder)

Een bestuursorgaan kan een vordering tot betaling van bestuursrechtelijke geldschulden instellen bij zowel de burgerlijke rechter als de bestuursrechter. De inwerkingtreding van de vierde tranche van de Awb brengt niet mee dat de bestuursrechter in dit verband exclusief bevoegd is geworden, nu artikel 4:124 Awb bepaalt dat een bestuursorgaan ten aanzien van de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden ook beschikt over de bevoegdheden die een schuldeiser heeft op grond van het privaatrecht. Lees meer…

Bestuurdersaansprakelijkheid: rechter moet persoonlijk ernstig verwijt vaststellen

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:246

Als een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast voor aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Lees meer…

Hoge Raad gaat om: faillissement van vof impliceert niet tevens faillissement van de vennoten

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:251 (Eiser/Bepro B.V.)

Het faillissement van een vof heeft niet steeds en noodzakelijkerwijs het faillissement van de vennoten tot gevolg. Vennoten (natuurlijke personen) die een verzoek hebben ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling dienen dus niet zonder meer failliet verklaard te worden indien het faillissement van de vof wordt uitgesproken. Lees meer…

Misbruik van bevoegdheid curator tot opeising van onderpand (art. 58 Fw)

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:228 (mr. Welage q.q./Rabobank)

De uitoefening door de curator van een voor hem uit art. 58 lid 1 Fw voortvloeiende bevoegdheid kan in de omstandigheden van het geval misbruik van bevoegdheid in de zin van art. 3:13 BW behelzen. Van een zodanig misbruik kan onder meer sprake zijn indien de curator, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen de betrokken belangen, naar redelijkheid niet tot die uitoefening heeft kunnen komen. Lees meer…

Kosten deskundige bijstand in administratieve fase onteigeningsgeding kunnen voor vergoeding in aanmerking komen

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:250 (Onteigende/Gemeente Weert)

De kosten van deskundige bijstand in de administratieve fase van het onteigeningsgeding kunnen op grond van art. 50 lid 4 Onteigeningswet voor vergoeding in aanmerking komen. De dubbele redelijkheidstoets moet daarbij worden toegepast. Wederbeleggingskosten komen voor vergoeding in aanmerking als het redelijke belang van de onteigende, gelet op de beleggingsvooruitzichten en op diens persoonlijke omstandigheden, herbelegging in onroerende zaken (in dit geval: landbouwgrond) vorderde. Lees meer…

Misleidende uitingen over winkansen door de Staatsloterij

HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:178 (Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij/Stichting Loterijverlies.nl)

(1) Voor misleiding (art. 6:194 BW (oud)) is noodzakelijk en voldoende dat de onjuiste of onvolledige informatie de maatman misleidt of kan misleiden en door haar misleidende karakter zijn economische gedrag kan beïnvloeden. Het hof heeft op toereikende gronden geoordeeld dat het verschil tussen gepresenteerde winkansen en de werkelijke winkansen van voldoende materieel belang was om de beslissing van de gemiddelde consument te beïnvloeden. (2) Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat het minimumuitkeringspercentage van art. 8 lid 2 Wet op de Kansspelen niet ziet op iedere trekking afzonderlijk, maar ziet op een gemiddeld uitkeringspercentage over een langere periode (van een jaar). Lees meer…

Herroeping ontbindingsbesluit BV mogelijk

HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3677 (Rodenstaal c.s./Rifgat c.s.)

De algemene vergadering van aandeelhouders van een besloten vennootschap kan een eerder door haar genomen besluit tot ontbinding van die vennootschap onder voorwaarden herroepen. Herroeping is in geen geval toelaatbaar indien zij niet is omgeven met de nodige waarborgen voor de bescherming van de rechten en belangen van derden. Bovendien mag geen afbreuk worden gedaan aan de rechtszekerheid. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl