Hoge Raad beantwoordt enkele vragen over WGBZ

Hoge Raad beantwoordt enkele vragen over WGBZ

HR 29 april 2011 ECLI:NL:HR:2011:BQ3006 en ECLI:NL:HR:2011:BQ2933)

In twee arresten van 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ3006 en ECLI:NL:HR:2011:BQ2933) heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over enkele vragen in verband met de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ): hoe moet de vierwekentermijn voor betaling van het griffierecht (art. 3 lid 3 WGBZ) worden berekend, en wat zijn de gevolgen wanneer in de cassatiedagvaarding niet de gevolgen zijn vermeld van het niet tijdig betalen van het verschuldigde griffierecht door verweerder (art. 411 lid 1 Rv)? Lees meer…

Verhouding risicoaansprakelijkheid bewaarder en aansprakelijkheid gebruiker

Verhouding risicoaansprakelijkheid bewaarder en aansprakelijkheid gebruiker

HR 29 april 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BP0567

De verlegging van de risicoaansprakelijkheid van de gebruiker naar de bewaarder van gevaarlijke stoffen (art. 6:175 lid 2 BW) staat niet eraan in de weg dat de gebruiker ook zelf op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk is wegens schending van een op hem rustende zorgplicht, indien het desbetreffende gevaar zich verwezenlijkt. De Hoge Raad geeft in dit arrest een maatstaf voor de beoordeling van die aansprakelijkheid. Lees meer…

Schending hoor en wederhoor na oproeping op onjuist GBA-adres

Schending hoor en wederhoor na oproeping op onjuist GBA-adres

CB 2011, 5 – HR 15 april 2011 , LJN ECLI:NL:2011:BP5620

Een partij is volgens de daartoe geldende wettelijke voorschriften opgeroepen op het adres dat uit de basisadministratie blijkt. Dat adres is echter – door een niet aan de partij toe te rekenen omstandigheid – onjuist, waardoor de oproeping haar niet heeft bereikt. Daardoor is de partij niet op juiste wijze opgeroepen en is het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. Lees meer…

Internetconsultatie Reparatiewet Wet griffierechten in burgerlijke zaken

Internetconsultatie Reparatiewet Wet griffierechten in burgerlijke zaken

CB 2011, 2

Er is nog geen halfjaar voorbij sinds de inwerkingtreding van de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (Wgbz) op 1 november 2010 en er staat al een concept voor een Reparatiewet op internet, waarmee “enkele wetstechnische gebreken en leemten” moeten worden verholpen. De Minister had dit tijdens de behandeling van de Wgbz toegezegd aan de Eerste Kamer, naar aanleiding van het artikel in TCR 2010-3, p. 73 van P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.

Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl