Consumentenbescherming bij koop woning geldt niet voor koop bouwkavel

Consumentenbescherming bij koop woning geldt niet voor koop bouwkavel

Cassatieblog HR 15 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1755

Artikel 7:2 BW beschermt consumenten bij de koop van een woning door middel van een schriftelijkheidsvereiste en een recht op bedenktijd. In deze prejudiciële beslissing overweegt de Hoge Raad dat een perceel grond met de publiekrechtelijke bestemming ‘wonen’ geen woning in de zin van dat artikel is. Lees meer…

Cassatievlog #081 | Moet de verkoop van bouwgrond schriftelijk?

Cassatievlog #081 | Moet de verkoop van bouwgrond schriftelijk?

HR 15 december 2023 ECLI:NL:HR:2023:1755

In deze zaak is door de Rechtbank Overijssel aan de Hoge Raad een prejudiciële vraag gesteld. Aan de orde is of een koop van een bouwkavel dat bestemd is voor de bouw van een woning schriftelijk moet gebeuren als de koper consument is. In drie minuten bespreekt Martijn Scheltema deze zaak.

Cassatievlog #081 is ook als podcast beschikbaar.

Beantwoording prejudiciële vragen over reikwijdte medisch beroepsgeheim in aansprakelijkheidskwestie

Beantwoording prejudiciële vragen over reikwijdte medisch beroepsgeheim in aansprakelijkheidskwestie

HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1682

Het staat de hulpverlener en de beroepsbeoefenaar op wie het medisch beroepsgeheim rust niet vrij om in het kader van de buitengerechtelijke afhandeling van een aansprakelijkstelling zonder toestemming van de patiënt inzage in diens medisch dossier te geven aan de jurist. Lees meer…

Wvggz; voortzetting crisismaatregel en wilsbekwaam verzet

Wvggz; voortzetting crisismaatregel en wilsbekwaam verzet

Hoge Raad 8 december 2023 ECLI:NL:HR:2023:1724

Het stond de rechtbank niet vrij de verzochte machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen zonder een verklaring te vragen van een onafhankelijk arts of klinisch psycholoog waaruit blijkt of betrokkene tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is. Dit wordt niet anders doordat de rechtbank binnen drie dagen diende te beslissen op het verzoek. Lees meer…

Wvggz; beslissing op grond van art. 8:9 Wvggz behoudt rechtskracht onder opvolgende zorgmachtiging

Wvggz; beslissing op grond van art. 8:9 Wvggz behoudt rechtskracht onder opvolgende zorgmachtiging

HR 8 december 2023 ECLI:NL:HR:2023:1732

In een situatie waarin de verlening van een vorm van verplichte zorg is aangevangen op grond van een eerdere zorgmachtiging en na een aansluitende zorgmachtiging ononderbroken en ongewijzigd wordt voortgezet, brengt een redelijke uitleg van art. 8:9 Wvggz mee dat een nieuwe beslissing op de voet van die bepaling achterwege kan blijven. Lees meer…

Vergoedingsrechten tussen informeel samenlevenden

Vergoedingsrechten tussen informeel samenlevenden

HR 17 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1571

De wet kent geen specifieke regeling voor vergoedingsrechten van informeel samenlevenden in verband met vermogensverschuivingen tussen de vermogens van de informeel samenlevenden. In de situatie waarin informeel samenlevenden ongelijk hebben bijgedragen aan de financiering van een gemeenschappelijk goed, bijvoorbeeld wanneer één van de partners uit zijn eigen vermogen een woning heeft gefinancierd die hen gezamenlijk is gaan toebehoren, zal aan de hand van het algemene vermogensrecht beoordeeld moeten worden of een vergoedingsrecht geldend gemaakt kan worden. Lees meer…

Motiveringsplicht bij terugkomen van voorlopig bewijsoordeel

Motiveringsplicht bij terugkomen van voorlopig bewijsoordeel

HR 1 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1146 (Sint Maarten Ports Development/Harbour Side Properties & Ballerina)

Wanneer een rechter een bewijsvermoeden aanneemt, kan hij daarvan later terugkomen omdat voldoende tegenbewijs geleverd is. Dat staat er niet aan in de weg dat hij uiteindelijk alsnog oordeelt dat het benodigde bewijs geleverd is. Het ging immers slechts om een vermoeden, dat door tegenbewijs ‘ontzenuwd’ werd. Maar wanneer dat tegenbewijs relevant, specifiek en voldoende onderbouwd is, moet de rechter dat kenbaar betrekken bij zijn uiteindelijke oordeel dat het benodigde bewijs tóch geleverd is. Dat oordeelt de Hoge Raad in dit arrest. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl