Omgaan met vertrouwelijke informatie in een procedure & de bedoeling van de merkhouder bij uitputting
HR 23 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:641
(i) De rechter heeft op grond van art. 22a lid 3 Rv de bevoegdheid om toegang tot gegevens, waarvan kennisneming de bescherming van een bedrijfsgeheim onevenredig zou schaden, te beperken. Die bevoegdheid kan de rechter ook ambtshalve toepassen als een partij zich erop beroept dat bepaalde gegevens het karakter van een bedrijfsgeheim hebben.
(ii) Voor de vraag of sprake is van uitputting is niet relevant of de merkhouder het oogmerk had om de producten buiten de EER op de markt te brengen en ook niet of partijen bepaalde afspraken hebben gemaakt ten aanzien van de bestemming van de producten. Evenmin is relevant dat de koper niet in de EER is gevestigd. Lees meer…
Rangwijziging bij pandrechten en reikwijdte inningsbevoegdheid bij vorderingen op naam
HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:524 (Van Dooren q.q. / X Holding)
1) Rangwijziging is ook mogelijk ten aanzien van het recht van pand.
2) Rust een pandrecht op een vordering, dan is de pandhouder bevoegd in en buiten rechte nakoming van de vordering te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. Deze in art. 3:246 lid 1 BW geregelde bevoegdheden strekken zich uit over alle vorderingen die door de pandgever aan de pandhouder zijn verpand, ongeacht het beloop van de vordering waarvoor het pandrecht is verstrekt. Lees meer…
Verschoningsrecht advocaat over informatie derdengeldenrekening
HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:532
Voor de beantwoording van de vraag of informatie over een derdengeldenrekening van een advocaat onder het verschoningsrecht (ex art. 53a AWR) valt, is beslissend of hem de informatie in zijn hoedanigheid van advocaat is toevertrouwd. Of dat het geval is, is in de eerste plaats aan de advocaat om te beoordelen. Volgens de Hoge Raad kan informatie over de derdengeldenrekening onder omstandigheden worden aangemerkt als informatie die de advocaat in zijn hoedanigheid is toevertrouwd. Dat neemt echter niet weg dat een advocaat alleen derdengelden mag ontvangen op zijn derdengeldenrekening voor zover deze direct te relateren zijn aan een zaak en de gelden ook functioneel zijn voor het verloop van die zaak. In alle overige gevallen is het ontvangen van gelden op de derdengeldenrekening niet toegestaan. Lees meer…
De notariële kwaliteitsrekening en uitbetaling aan kopers/verkopers van registergoederen
HR 16 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:588
In deze zaak speelde de vraag of de notaris de op zijn kwaliteitsrekening gehouden (restant)koopsom voor een onroerende zaak moet uitkeren aan de verkoper omdat uit de narecherche bleek dat levering vrij en onbezwaard heeft plaatsgevonden, of aan de koper omdat daarna bleek dat de beoogde overdracht is mislukt door het ontbreken van een titel. Verder speelde de aansprakelijkheid van de notaris, die de opdracht gaf tot de uitbetaling van de restantkoopsom aan (de financier van) de koper, jegens de verkoper. Lees meer…
Minister heeft in redelijkheid tot algemeenverbindendverklaring van de cao’s kunnen komen
HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:537
De minister kan bepalingen van een cao die gelden voor een, naar zijn oordeel belangrijke, meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen algemeen verbindend verklaren. De Hoge Raad overweegt dat de minister een ruime mate van beleids- en beoordelingsvrijheid toekomt bij de beantwoording van de vraag welke bronnen aan de gegevensverstrekking voor de vaststelling van de representativiteit ten grondslag gelegd mogen worden. Lees meer…
Booking.com bemiddelt bij de totstandkoming van reisovereenkomsten
HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:527
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat Booking.com bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten op het gebied van reizen. Dat betekent dat Booking.com mogelijk verplicht moet deelnemen aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche.
Lees meer…
Verzoek om toelating tot schuldsaneringsregeling mogelijk in verzetprocedure
HR 26 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:460
De regel dat alleen om toelating tot de schuldsaneringsregeling mag worden verzocht zolang het faillissement nog niet is uitgesproken, geldt niet in de verzetprocedure. Lees meer…
Jaarverslag van de Hoge Raad over 2020
Het jaarverslag van de Hoge Raad over 2020 is gepubliceerd. In de algemene inleiding op het jaar verslag memoreert de Hoge Raad dat als gevolg van de gezondheidscrisis de rechtspraak in 2020 met nieuwe dringende vragen werd geconfronteerd, een duidelijke illustratie van de vitale functie die de rechtspraak in de samenleving heeft. Die zaken zijn met voorrang behandeld om de rechtspraktijk zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden. Het jaarverslag bevat onder meer een samenvatting van de uitspraken van de Hoge Raad die verband houden met de coronamaatregelen. Ook worden in het jaarverslag per rechtsgebied uitspraken uit 2020 besproken die belangrijk zijn geweest voor de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en/of rechtsbescherming of die anderszins maatschappelijk relevant zijn. Lees meer…
De Wvggz en de strafrechter
HR 9 april 2021 ECLI:NL:HR:2021:534
Indien de rechter ambtshalve toepassing van art. 2.3 lid 1 van de Wet forensische zorg (Wfz) overweegt, dient hij op grond van art. 5:19 lid 2 Wvggz de officier van justitie te verzoeken een zorgmachtiging voor te bereiden. De officier van justitie dient aan een dergelijk verzoek gehoor te geven teneinde de rechter in staat te stellen te beoordelen of aan de criteria voor het afgeven van een zorgmachtiging wordt voldaan. Lees meer…
Niet-tijdig beslissen leidt niet automatisch tot aansprakelijkheid, ook niet in geval van een inspanningsverplichting
HR 5 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:339 (eiseres/Venray)
In een overeenkomst tussen een gemeente en een ontwikkelaar stond een inspanningsverplichting voor de gemeente om binnen de wettelijke beslistermijnen een bouwvergunning af te handelen. Op grond van onrechtmatige daad is een overheid niet zonder meer aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit een overschrijding van die termijnen: daarvoor zijn bijkomende omstandigheden nodig. Het hof kwam bij de uitleg van de overeenkomst tot de slotsom dat niet was beoogd dat de gemeente een verdergaande aansprakelijkheid op zich zou nemen dan die op grond van een onrechtmatige daad. Omdat het hof de in dat geval vereiste bijzondere omstandigheden niet aanwezig achtte, werd de vordering van de ontwikkelaar afgewezen. De Hoge Raad laat de uitleg van de overeenkomst in stand, en daarmee ook de afwijzing van de door de ontwikkelaar gevorderde schadevergoeding. Lees meer…