HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1910
Het Gemeenschappelijk Hof was klaarblijkelijk van oordeel dat een andere valuta dan de Turkse lira niet relevant was voor de in Turkije woonachtige speler. De afwijzing van koerswijzigingsschade kan daarmee standhouden. De cessie aan het Curaçaose SBGOK maakt daarbij geen verschil. Het recht van een schuldeiser om betaling in de plaatselijke valuta te vorderen (art. 6:123 BW(C)), is hier niet van belang, daarvoor geldt namelijk de koers van de dag van betaling.
Achtergrond
Trigonon is exploitant van een online casino en Cyberluck is daar vergunninghouder van. Toen een Turkse speler vroeg om uitbetaling van zijn prijzengeld, 620.000 Turkse lira, werd zijn account gesloten. Het Gemeenschappelijk Hof heeft Trigonon en Cyberluck nu veroordeeld tot betaling van het prijzengeld, of de tegenwaarde daarvan in Antilliaanse gulden.
Het principale cassatieberoep van Cyberluck en Trigonon ziet op de bijzondere zorgplicht bij online casino’s, is sterk verweven met de feiten van de zaak en ziet op een specifieke gang van zaken in Curaçao. Het incidentele cassatieberoep ziet op koerswijzigingsschade, en is een illustratieve toepassing van wat de Hoge Raad oordeelde over koerswijzigingsschade in het arrest van 20 september 2024 (CB 2024-131). In deze zaak wordt het Curaçaose BW toegepast, maar de navolgende artikelen luiden vrijwel gelijk aan het Nederlandse BW.
Koerswijzigingsschade
Hoofdregel is dat wanneer een schuldenaar in verzuim is met de voldoening van een geldsom, de schuldeiser recht heeft op schadevergoeding. Art. 6:119 BW(C) schrijft voor dat die schadevergoeding bestaat in de wettelijke rente. Het kan echter zijn dat een schuldeiser meer schade heeft geleden dan de hoogte van de rente, bijvoorbeeld doordat sinds het verzuim de koers van het geld tot betaling waarvan de verbintenis strekt, is gewijzigd ten opzichte van die van het geld van een of meer andere landen. Dit is koerswijzigingsschade. Art. 6:125 BW(C) schrijft daarom voor dat de regel dat vertragingsschade bij de voldoening van een geldsom bestaat in de vorm van wettelijke rente, onverlet laat dat de schuldeiser recht heeft op vergoeding van koerswijzigingsschade.
Nu de Turkse lira aanzienlijk in waarde is gedaald ten opzichte van de Antilliaanse gulden, vordert SBGOK (de stichting aan wie de speler zijn vordering heeft gecedeerd) koerswijzigingsschade. Het hof heeft dat afgewezen. De Turkse lira was de te hanteren valuta bij de inzet en voor het prijzengeld. De speler woont bovendien in Turkije en heeft recht op uitbetaling in Turkije in Turkse lira.
De Hoge Raad
De Hoge Raad herhaalt zijn overweging uit het arrest van 20 september 2024: Voor het aannemen van het bestaan van koerswijzigingsschade is in beginsel voldoende dat (a) de koers van het geld tot betaling waarvan de verbintenis strekt, is veranderd op voor de schuldeiser nadelige wijze ten opzichte van het geld van een ander land en dat (b) de waarde van het geld van dat andere land voor de schuldeiser relevant is. Of de waarde van het geld van dat andere land voor de schuldeiser relevant is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Onder die omstandigheden vallen de woon- of vestigingsplaats van de schuldeiser en de valuta waarin hij zijn transacties gewoonlijk afwikkelt.
Het hof was klaarblijkelijk van oordeel dat een andere valuta dan de Turkse lira voor de speler niet relevant was. De afwijzing van de koerswijzigingsschade kan daarmee standhouden. Dat de speler zijn vordering had gecedeerd aan SBGOK, maakte volgens het hof dan niet dat SBGOK wel vergoeding kan vorderen van koerswijzigingsschade. Ook daar is de Hoge Raad het mee eens.
SBGOK had op grond van art. 6:123 lid 1 BWC de keuze het bedrag te vorderen in Turkse lira of de equivalent daarvan in Antilliaanse gulden. Maar dat is volgens de Hoge Raad bij het oordeel over koerswijzigingsschade niet van belang, bij dat artikel geldt immers de koers van de dag van betaling (art. 6:124 BW(C)).
Afdoening
De Hoge Raad laat het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof in stand, in lijn met de conclusie van A-G Hartlief.