Alle berichten met de tag: EVRM art. 6


HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1495

Uit art. 5 en 6 EVRM volgt dat ieder die betrokken wordt in een procedure die tot onvrijwillige vrijheidsontneming kan leiden, recht heeft op kostenoze bijstand van een tolk, indien hij de taal waarin de zitting wordt gehouden niet of onvoldoende beheerst. Art. 5 EVRM heeft mede betrekking op procedures op de voet van de Wet BOPZ, zodat betrokkenen in dergelijke procedure recht hebben op dergelijke bijstand van een tolk. Uit art. 5 en 6 EVRM volgt tevens dat afwijzing van een verzoek om bijstand van een tolk dient te worden gemotiveerd. (meer…)

HR (Belastingkamer) 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:699

De heffing van griffierechten in het bestuursrecht is in het algemeen van dien aard dat rechtzoekenden daarmee de effectieve toegang tot de rechter niet wordt ontnomen. Er kunnen zich evenwel gevallen voordoen (zoals in casu: financieel onvermogen van de betrokkene) waarin heffing van het wettelijke griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk, althans uiterst moeilijk maakt om de door de wet opengestelde bestuursrechtelijke rechtsgang te volgen. Ook buiten de werkingssfeer van art. 6 EVRM en art. 47 van het Handvest EU kan niet worden aanvaard dat in die gevallen een (hoger) beroep wegens het onbetaald laten van griffierechten niet-ontvankelijk wordt verklaard. (meer…)

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1042 (X c.s./Staat)

(1) Een vordering in kort geding van belastingplichtigen tot overlegging van ongeschoonde stukken door de Belastingdienst, in het bijzonder wat betreft de identiteit van een tipgever en wat betreft de met deze tipgever gesloten overeenkomst, heeft enerzijds een strekking die verder gaat dan wordt gerechtvaardigd door het belang naar behoren verweer te kunnen voeren in de fiscale procedure, terwijl anderzijds die fiscale procedure met voldoende waarborgen is omkleed. De Belastingdienst is daarom niet gehouden op grond van het equality of arms-beginsel de ongeschoonde stukken over te leggen.
(2) De Belastingdienst is gerechtigd om naast ex art. 52a AWR vastgestelde informatiebeschikkingen een kort-gedingprocedure bij de civiele rechter aanhangig te maken strekkende tot naleving van de informatieverplichtingen van de AWR, op straffe van een dwangsom. (meer…)

HR 29 maart 2013, LJN BY7843 (X c.s./Varde Investments (Ireland) Ltd.)

Art. 6 EVRM beoogt het recht op effectieve toegang tot de rechter te waarborgen. Tegen die achtergrond dient onder de door eisers gestelde omstandigheden (het niet ontvangen van de aanzegging partijperemptoir en akte niet-dienen, in combinatie met de niet-toegankelijkheid van de elektronische roljournalen vanwege de storing bij Diginotar) niet voor risico van eisers te komen dat zij op de aangezegde uiterste roldatum niet van grieven hadden gediend. (meer…)

HR 11 januari 2013  LJN BX8359 en BX8360

De bestuursrechtelijke rechtspraak in geval van overschrijding van de redelijke termijn in procedures waarop art. 6 EVRM niet van toepassing is, zoekt aansluiting bij de rechtspraak van het EHRM over de uitleg van art. 6 EVRM. Een overeenkomstige toepassing van art. 6 EVRM gaat niet zo ver dat deze ook het geval omvat waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de bezwaarprocedure zonder dat daarop een behandeling door een rechter is gevolgd; zij omvat evenmin het geval waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de aanvraagfase, ook niet indien daarop een behandeling door de rechter is gevolgd. (meer…)

Cassatieblog.nl