AFM en DNB niet schadeplichtig jegens ontslagen bestuurders kredietinstelling
HR 23 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7193 (X en Y/DNB en AFM)
Indien zich ná een schadeveroorzakende gebeurtenis waarvoor iemand aansprakelijk is een latere gebeurtenis voordoet die dezelfde schade zou hebben veroorzaakt als die schade niet reeds was ontstaan, doet dat niet af aan de reeds gevestigde verplichting tot schadevergoeding van de voor de eerste gebeurtenis aansprakelijke persoon, behalve in gevallen waarin het gaat om voortdurende schade en de latere gebeurtenis (in dit geval: een latere strafrechtelijke veroordeling van de benadeelde) voor risico van de benadeelde komt. In dit geval neemt de Hoge Raad ten aanzien van de daarvóór opgetreden schade 100% eigen schuld aan, zodat de schadevergoedingsverplichting geheel vervalt. (meer…)
Bijzondere vertrouwenspositie overheidsorgaan mede bepalend voor aansprakelijkheid wegens schending van door onbevoegd handelen opgewekt vertrouwen
HR 23 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7487
Door onbevoegd handelen van overheidsorgaan opgewekt vertrouwen kan onrechtmatige daad opleveren, mits dit handelen kwalificeert als gedraging van overheidsorgaan zelf. Alleen onder bijzondere omstandigheden is er plaats voor het aannemen van een eigen gedraging van het overheidsorgaan, zeker indien vertrouwen is opgewekt door Antilliaans overheidsorgaan. Eigen gedraging overheidsorgaan in dit geval niettemin aangenomen gezien bijzondere vertrouwenspositie overheidsorgaan ten opzichte van degenen die zich op onrechtmatig handelen beriepen. (meer…)
Geeft de vorm een wezenlijke waarde aan de waar?
HR 23 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT8460 (Trianon/Revillon)
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de betekenis van de merkenrechtelijke nietigheidsgrond dat het ingeschreven teken bestaat uit “een vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft”. Gaat om het geven van de wezenlijke waarde aan de waar of slechts om een wezenlijke waarde? Gaat het daarbij om de motieven van het publiek bij zijn aankoopbeslissing? En zo ja, kunnen de motieven van een deel van het publiek dan al doorslaggevend zijn en hoe groot moet dat deel dan zijn? (meer…)
Aandelenleaseovereenkomst ook koop op afbetaling als maandtermijnen zien op rente over geldlening
HR 23 december 2011,ECLI:NL:HR:2011:BT8457 (X/Achmea Retail Bank)
Art. 7A:1576 lid 3 BW strekt ertoe te voorkomen dat de in de wettelijke regeling van koop op afbetaling beoogde bescherming van de (huur)koper wordt ontgaan doordat de desbetreffende overeenkomst in een bepaalde vorm wordt gegoten. De contractuele vorm of constructie is niet doorslaggevend bij de beoordeling of sprake is van koop op afbetaling en dus kan een aandelenleaseovereenkomst waarbij de deelnemer tijdens de looptijd maandelijks alleen rente over het beleggingskrediet verschuldigd is, als zodanig worden aangemerkt, zodat toestemming van de echtgenoot – op straffe van vernietigbaarheid (art. 1:88 lid 1 sub d BW) – nodig is voor het aangaan daarvan. (meer…)
Ook gemeente die “goed is voor haar geld” moet zekerheid stellen in onteigeningsprocedure
HR 23 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4934 (Exploitatiemaatschappij Westfriesland B.V. c.s./gemeente Hoorn)
In art. 54i lid 4 Onteigeningswet is opgenomen dat de rechtbank voor de onteigende partij en bekende derden-belanghebbenden een som als zekerheid bepaalt voor de voldoening van de aan ieder van hen verschuldigde schadeloosstelling. Voor het doen van afstand van dit wettelijk recht op zekerheidstelling is een ondubbelzinnige wilsverklaring vereist. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)