Alle berichten van: Claire Wiltink


HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2623 (Eisers/Eurowoningen)

Op grond van art. 3:324 lid 3 BW verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak met een veroordeling tot betaling van wettelijke rente na vijf jaar. De korte verjaringstermijn uit het derde lid van art. 3:324 BW is van toepassing op uitspraken waarin een periodieke verplichting tot betaling is opgenomen die bij het jaar of kortere termijn moet worden betaald. De vraag of een uitspraak een zodanige verplichting inhoudt, dient te worden beantwoord aan de hand van het dictum daarvan, gelezen in samenhang met de daaraan voorafgaande overwegingen en het gevorderde. Voor de toepassing van art. 3:324 lid 3 BW is niet vereist dat hetgeen ingevolge de uitspraak moet worden betaald, in die uitspraak zelf is vastgesteld op een bepaald bedrag. (meer…)

HR 28 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2445

Een coöperatie van huisartsen is niet gehouden een huisarts aan wie een voorwaardelijke tuchtmaatregel is opgelegd toe te laten tot waarnemingsdiensten. Een dergelijke coöperatie heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de patiëntenzorg en heeft beoordelingsruimte bij de beslissing om een huisarts al dan niet als waarnemer te registreren. Dat het Centraal tuchtcollege van de gezondheidszorg (hierna: CTG) van oordeel is dat een arts nog een kans moet krijgen als arts werkzaam te zijn, betekent niet dat de betreffende coöperatie hem de kans moet bieden om als waarnemer diensten te verrichten. (meer…)

HR 14 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2341

De wetswijziging tot beëindiging van bekostiging van onderwijs van de Turkse taal en cultuur in het basisonderwijs is niet in strijd met artikel 2 Eerste Protocol EVRM (vrijheid van onderwijs). Aan artikel 2 EP kan geen recht worden ontleend op het kunnen volgen van onderwijs in een bepaalde taal. Uit het artikel volgt evenmin de verplichting voor staten om onderwijs van een vreemde moedertaal aan te bieden of te subsidiëren. Daarnaast bestaat er ten aanzien van het kunnen volgen van onderwijs van de moedertaal niet een uit internationale instrumenten en statenpraktijk blijkende consensus. (meer…)

HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2283

De beantwoording van de vraag of een weg voldoet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld en dus niet gebrekkig is, dient te geschieden aan de hand van de ‘Kelderluikcriteria’. De aansprakelijkheid van een wegbeheerder is ingevolge art. 6:174 BW beperkt tot de gebreken die samenhangen met de verkeersfunctie van de openbare weg. De aanwezigheid van een voorwerp op een openbare weg dat niet behoort tot de weg in de zin van art. 6:174 lid 1 BW en dat gevaar schept voor personen of zaken, is derhalve niet een gebrek van de weg als bedoeld in art. 6:174 BW. Een wegbeheerder kan echter, mede uit hoofde van zijn algemene zorgplicht ten aanzien van de veiligheid van weggebruikers, wel aansprakelijk zijn voor de aanwezigheid van voorwerpen op de weg op grond van art. 6:162 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl