Selecteer een pagina

Alle berichten van: Ruben Wiegerink


HR 25 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2805 (Staat/onteigende)

Van een bijzondere geschiktheid van het onteigende is volgens de Hoge Raad (ook) sprake als op de kosten van het gehele werk, waarvan het werk op het onteigende een onderdeel is, kan worden bespaard. De bijzondere geschiktheid bestaat hier uit de aanwezigheid van een waterplas die kan dienen als depot voor het werk waarvoor wordt onteigend. Slechts de met de bijzondere geschiktheid verband houdende kosten kunnen in aanmerking worden genomen bij de begroting van het aan de bijzondere geschiktheid verbonden voordeel. Het door de rechtbank in aanmerking genomen nadeel dat in het werk vrijkomende grond niet kan worden vermarkt is een gevolg van de keuze van de Staat om deze niet te vermarkten maar te gebruiken voor verondieping van de plas. Dit nadeel hangt niet samen met de bijzondere geschiktheid. De vergoeding van de meerwaarde wegens bijzondere geschiktheid mag niet in mindering worden gebracht op vergoeding voor de waardevermindering van het overblijvende. (meer…)

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2195 (X c.s./gemeente Peel en Maas/Fraats q.q.)

Het overnemen van het geding op grond van art. 20 Onteigeningswet (Ow) kan alleen door de gezamenlijke erfgenamen geschieden. De overname dient te geschieden op de eerstdienende dag, maar mag ook plaatsvinden nadat het vonnis van (vervroegde) onteigening onherroepelijk is geworden. Erfgenamen kunnen niet op de voet van art. 3 Ow tussenkomen, aldus de Hoge Raad. (meer…)

HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:523 (Staat/X c.s.)

(1) Bij beantwoording van de vraag of het gebrek aan onpartijdigheid van een door de onteigeningsrechter benoemde deskundige leidt tot een schending van het beginsel van equality of arms is van beslissende betekenis is of de twijfels die door de schijn van partijdigheid worden gewekt, objectief gerechtvaardigd zijn. (2) De onteigeningsrechter moet een gemotiveerde beslissing nemen over elke door de onteigende gestelde schadepost, zodat in dit geval ten onrechte geen beslissing is genomen over de door de onteigenden gestelde waardevermindering van het overblijvende. (meer…)

RolmaatHR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:527 (Gemeente Zwolle/X c.s.)

Als uit de gedingstukken blijkt welk perceelsgedeelte ter onteigening is aangewezen, is het onteigenings-KB niet in strijd met art. 78 en 79 Ow en afdeling 3.4 Awb tot stand gekomen. Ook voor derden moet duidelijk zijn wat de grenzen zijn van een onteigend perceel. De Hoge Raad verschaft die duidelijkheid hier in zijn dictum en door de tekening waaruit blijkt welk perceelsgedeelte is onteigend aan zijn arrest te hechten. (meer…)

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:250 (Onteigende/Gemeente Weert)

De kosten van deskundige bijstand in de administratieve fase van het onteigeningsgeding kunnen op grond van art. 50 lid 4 Onteigeningswet voor vergoeding in aanmerking komen. De dubbele redelijkheidstoets moet daarbij worden toegepast. Wederbeleggingskosten komen voor vergoeding in aanmerking als het redelijke belang van de onteigende, gelet op de beleggingsvooruitzichten en op diens persoonlijke omstandigheden, herbelegging in onroerende zaken (in dit geval: landbouwgrond) vorderde. (meer…)

Cassatieblog.nl