Dossier: Insolventierecht


HR 17 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2907 (UWV/Aukema q.q.)

Beantwoording prejudiciële vragen. (i) Het in 1999 gewezen arrest LISV/Wilderink q.q. vormt nog steeds geldend recht voor zover daarin is bepaald dat de uitkering in geld voor niet-genoten vakantiedagen (thans art. 7:641 BW) na ontslag door de curator moet worden aangemerkt als een boedelschuld ex art. 40 lid 2 Fw, ongeacht of deze betrekking heeft op vóór dan wel na de faillietverklaring opgebouwde vakantieaanspraken. (ii) De curator kan werknemers niet dwingen om niet-genoten vakantiedagen op te nemen tijdens de opzegtermijn teneinde het ontstaan van een boedelschuld te voorkomen. (meer…)

HR 24 november 2017  ECLI:NL:HR:2017:2991

Beantwoording prejudiciële vraag. Indien de faillietverklaring wordt uitgesproken ingevolge een van de bepalingen van Titel II van de Faillissementswet of binnen een maand na het einde van de surseance, komt een vordering ter zake van rente die vanaf de datum van de surseance tot aan de datum van die faillietverklaring is vervallen over een vordering waarvoor de surseance werkt, in aanmerking voor verificatie in dat faillissement. (meer…)

HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2808 (X B.V. c.s. / mr. Krol q.q.)

In de verzetprocedure ex art. 184 Fw e.v. kan niet worden teruggekomen van een beslissing van de rechter-commissaris om een schuldvordering op de lijst van erkende schuldeisers te plaatsen, nu dit een beschikking is als bedoeld in art 67 lid 1 Fw, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2564

(i) Het is geen beginsel van Nederlands faillissementsrecht dat aanspraken op een pensioenvoorziening steeds buiten het tot het faillissement behorende vermogen vallen (HR 5 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3423, NJ 2008/478). Mede in het licht van de mogelijkheid de afkoop door de curator van een levensverzekering geheel of gedeeltelijk te verhinderen (art. art. 22a lid 1 sub a Fw), is er geen aanleiding om aan een verzekering als de onderhavige een ‘hoogstpersoonlijk’ karakter toe te kennen. (meer…)

HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2627 (Schepel & Miedema q.q. / Ontvanger)

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciele vragen over de bevoegdheid van de Ontvanger op grond van art. 24 lid 1 Iw tot verrekening in het faillissement van vennootschappen in een fiscale eenheid. (meer…)

Cassatieblog.nl