HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:691
Art. 2:248 lid 4, eerste volzin, BW, bevat een limitatieve opsomming van gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor bestuurders aansprakelijk zijn. (meer…)
Dossier: Ondernemingsrecht
HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:691
Art. 2:248 lid 4, eerste volzin, BW, bevat een limitatieve opsomming van gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor bestuurders aansprakelijk zijn. (meer…)
HR 1 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1407
(i) Voor gedaagden die bij aanvang van de verzettermijn buiten Nederland wonen of verblijven, maar van wie op dat moment de woonplaats of het werkelijk verblijf niet bekend is, geldt (ook) de in art. 143 lid 2 Rv genoemde verzettermijn van acht weken.
(ii) De rechtsverhouding tussen de uitkoper en de uit te kopen aandeelhouders is processueel ondeelbaar.
(iii) De Ondernemingskamer had aan de uit te kopen aandeelhouders – en niet aan de uitkoper – moeten opdragen de gezamenlijke andere aandeelhouders in het geding te roepen. (meer…)
HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1093
De Hoge Raad vernietigt een oordeel van het hof, omdat het hof enkele essentiële stellingen van de eiser in cassatie over potentieel onrechtmatige publicaties had gemist.
HR 21 mei, ECLI:NL:HR:2021:754
Zolang er sprake is van een betalingsachterstand kan de in art. 23 lid 3 Bpf 2000 bedoelde bestuurdersaansprakelijkheid ook berusten op kennelijk onbehoorlijk bestuur dat heeft plaatsgevonden ná de mededeling van betalingsonmacht. (meer…)
HR 13 november 2020 ECLI:NL:HR:2020:1789
Verbodenverklaring en ontbinding van informele vereniging Satudarah Motorcycleclub en van twee onzelfstandige support clubs blijft in stand. Het verbod strekt zich ook uit over de lokale afdelingen, de zogenaamde chapters. Met de uitspraak komt er definitief een einde aan het bestaan van de vereniging Satudarah. (meer…)
HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1745
Als de grootaandeelhouder de minderheidsaandeelhouder(s) op basis van art. 2:201a BW uitkoopt, kan de rechter bij het vaststellen van de prijs van de over te dragen aandelen rekening houden met handelingen van de uitkopende aandeelhouder die de waarde van de aandelen ten nadele van de uit te kopen aandeelhouder(s) hebben verminderd. De uitgekochte aandeelhouders kunnen daardoor recht hebben op een hogere vergoeding, zodat zij een reële en redelijke vergoeding ontvangen. (meer…)