HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1093
De Hoge Raad vernietigt een oordeel van het hof, omdat het hof enkele essentiële stellingen van de eiser in cassatie over potentieel onrechtmatige publicaties had gemist.
Dossier: Ondernemingsrecht
HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1093
De Hoge Raad vernietigt een oordeel van het hof, omdat het hof enkele essentiële stellingen van de eiser in cassatie over potentieel onrechtmatige publicaties had gemist.
HR 21 mei, ECLI:NL:HR:2021:754
Zolang er sprake is van een betalingsachterstand kan de in art. 23 lid 3 Bpf 2000 bedoelde bestuurdersaansprakelijkheid ook berusten op kennelijk onbehoorlijk bestuur dat heeft plaatsgevonden ná de mededeling van betalingsonmacht. (meer…)
HR 13 november 2020 ECLI:NL:HR:2020:1789
Verbodenverklaring en ontbinding van informele vereniging Satudarah Motorcycleclub en van twee onzelfstandige support clubs blijft in stand. Het verbod strekt zich ook uit over de lokale afdelingen, de zogenaamde chapters. Met de uitspraak komt er definitief een einde aan het bestaan van de vereniging Satudarah. (meer…)
HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1745
Als de grootaandeelhouder de minderheidsaandeelhouder(s) op basis van art. 2:201a BW uitkoopt, kan de rechter bij het vaststellen van de prijs van de over te dragen aandelen rekening houden met handelingen van de uitkopende aandeelhouder die de waarde van de aandelen ten nadele van de uit te kopen aandeelhouder(s) hebben verminderd. De uitgekochte aandeelhouders kunnen daardoor recht hebben op een hogere vergoeding, zodat zij een reële en redelijke vergoeding ontvangen. (meer…)
HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1310
Wanneer een rechtspersoon na faillietverklaring door insolventie is ontbonden en na vereffening van zijn vermogen in faillissement is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan een grond voor verlenging van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:320 BW. (meer…)
HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:984
De geïntimeerde, bestuurder van een vennootschap, heeft geen memorie van antwoord genomen. Op grond van de devolutieve werking moeten zijn stellingen uit de eerste aanleg echter worden betrokken bij de beoordeling van de pas bij grieven uitgewerkte grondslag voor bestuurdersaansprakelijkheid. Hetzelfde geldt voor de stellingen van de bestuurder bij pleidooi in hoger beroep, nu deze een nadere uitwerking of precisering zijn van die stellingen in eerste aanleg. (meer…)