Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2988 (NBM/Verweerder)

Beroep op medisch voorbehoud uit een 30 jaar oude vaststellingsovereenkomst niet verjaard. Het hof heeft het voorbehoud aldus kunnen uitleggen dat de vordering tot nakoming op zijn vroegst opeisbaar was (in de zin van art. 3:307 lid 2 BW) toen verweerder bekend werd met zijn schade. (meer…)

HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2986 (Eiser/Waterland c.s.)

Een getuigenverhoor kan om proceseconomische redenen ook met gebruikmaking van een eerder door de getuige ondertekende schriftelijke verklaring worden verricht. De rechter moet bij de bewijswaardering zich dan wel afvragen in hoeverre het bestaan en de manier van totstandkomen van die schriftelijke verklaring afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van het getuigenbewijs. (meer…)

HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2578 (JKS c.s./X)

De Hoge Raad kan in elke stand van het geding beslissen dat de eiser of verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn cassatieberoep. Dat de Hoge Raad aan het begin van de cassatieprocedure geen toepassing heeft gegeven aan art. 80a RO, staat daar niet aan in de weg. Het rechtsmiddelenverbod tegen instructieuitspraken kan niet worden doorbroken. (meer…)

HR 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2879 (X/Gemeente Rheden)

De rechtbank behoort ook in onteigeningszaken geen acht te slaan op stukken die haar door een partij worden toegezonden buiten de verplichte procesvertegenwoordiger om. Ook mag de rechtbank geen kennis nemen van stukken die haar worden toegezonden nadat vonnis is bepaald, zeker niet zonder de wederpartij in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten. Daarbij is niet van belang in hoeverre te toegezonden stukken daadwerkelijk een rol hebben gespeeld voor de beslissing van de rechtbank. (meer…)

HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2741 (Gemeente Beuningen/X)

(1) Van een schending van hoor en wederhoor omdat deskundigen onaangekondigd een derde raadplegen, is slechts sprake wanneer het deskundigenbericht als geheel daardoor onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar is.(2) De onteigende komt in beginsel een vergoeding toe vanwege de aanwezigheid van bruikbare bodembestanddelen; bij het bepalen van de omvang van die vergoeding is de rechtbank, wanneer ook de onteigende deze kon uitwinnen, vrij in zijn keuze voor een waarderingsmethode of een combinatie daarvan. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2640

De aard van beslaglegging als middel tot bewaring van bestaande rechten brengt mee dat de derdenbescherming van art. 3:36 BW – waarop ook beslagleggers zich kunnen beroepen – niet tot gevolg heeft dat de beslaglegger hierdoor aanspraak verkrijgt het beslagen goed onbezwaard te executeren. Een eerdere hypotheekhouder kan een per ongeluk doorgehaald hypotheekrecht daarmee aan een latere conservatoir beslaglegger tegenwerpen. (meer…)

Cassatieblog.nl