Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:155

Het procesreglement bepaalt, in overeenstemming met art. 282 lid 1 jo. 362 Rv, dat iedere belanghebbende “tot de aanvang van de mondelinge behandeling” een verweerschrift kan indienen. Indien de rechter van oordeel is dat het verweerschrift te omvangrijk of niet eenvoudig te doorgronden is, kan hij maatregelen treffen om te waarborgen dat de wederpartij voldoende gelegenheid heeft om dat stuk te bestuderen. ’s Hofs beslissing om geen kennis te nemen van het verweerschrift getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. (meer…)

Auto (BR5211)HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:65

De rechter moet in beginsel acht slaan op producties in een vreemde taal, als hijzelf en de wederpartij een vertaling niet nodig hebben voor een goede beoordeling van de inhoud van de producties. Het overleggen van een vertaling van een productie gesteld in de Engelse, Duitse of Franse taal is in beginsel niet nodig. Een vertaling is in beginsel wel noodzakelijk als de productie in een andere vreemde taal is gesteld. Ontbreekt een noodzakelijk of wenselijk geachte vertaling, dan moet de gelegenheid worden geboden alsnog een vertaling in te brengen. (meer…)

HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:49

Een procespartij die in hoger beroep nog niet eerder gehoorde getuigen wenst te laten horen, dient te voldoen aan de algemene eis van specificatie. Door echter te verlangen dat daarbij wordt toegelicht wat deze getuigen over de door de desbetreffende partij te bewijzen aangeboden feiten zouden kunnen verklaren, heeft het hof te hoge eisen gesteld aan de specificatie-eis. (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3633

Het hof had het voorschrift van art. 39 lid 1 Rv (behandeling door meervoudige kamer waarvan rechter wiens wraking is verzocht geen deel uitmaakt) niet buiten toepassing mogen laten op de grond dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat. Aan de verzoeker had gelegenheid behoren te worden geboden dat verzuim te herstellen (vergelijk art. 281 lid 1 in verbinding met art. 362 Rv). (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3614

De voorbereidingen voor invoering van het digitale procederen zijn in volle gang, maar voorlopig kan het cassatierekest uitsluitend ter griffie, per post of per fax worden ingediend (art. 3.1 jo. 10.1 van het Reglement rekestzaken). Met deze regeling is de toegang tot de Hoge Raad niet in het geding. Een cassatierekest dat per e-mail werd ingediend, werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard. (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3630

Art. 127a Rv geeft niet de mogelijkheid ontslag van instantie te verlenen in het geval de rechter een begin heeft gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de zaak nadat de betalingstermijn is verstreken zonder dat het griffierecht is voldaan. (meer…)

Cassatieblog.nl