Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3633

Het hof had het voorschrift van art. 39 lid 1 Rv (behandeling door meervoudige kamer waarvan rechter wiens wraking is verzocht geen deel uitmaakt) niet buiten toepassing mogen laten op de grond dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat. Aan de verzoeker had gelegenheid behoren te worden geboden dat verzuim te herstellen (vergelijk art. 281 lid 1 in verbinding met art. 362 Rv). (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3614

De voorbereidingen voor invoering van het digitale procederen zijn in volle gang, maar voorlopig kan het cassatierekest uitsluitend ter griffie, per post of per fax worden ingediend (art. 3.1 jo. 10.1 van het Reglement rekestzaken). Met deze regeling is de toegang tot de Hoge Raad niet in het geding. Een cassatierekest dat per e-mail werd ingediend, werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard. (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3630

Art. 127a Rv geeft niet de mogelijkheid ontslag van instantie te verlenen in het geval de rechter een begin heeft gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de zaak nadat de betalingstermijn is verstreken zonder dat het griffierecht is voldaan. (meer…)

HR 11 december 2015, ECLI:NL:2015:3554 (Artiestenverloningen/ Prae Artiestenverloning)

Het gebruik van een beschrijvende domeinnaam is, ook indien verwarringwekkend, alleen onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. (meer…)

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3476

Buiten het toepassingsbereik van de art. 31 en 32 Rv kan de rechter niet zelf de rechtskracht van zijn uitspraak aantasten, ook niet met instemming van partijen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat die aantasting is voorbehouden aan de hogere rechter, aan wie door aanwending van een rechtsmiddel kan worden gevraagd een uitspraak uit de vorige instantie te vernietigen. (meer…)

LR-logoHR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3477 (LMR advocaten/LR advocaten)

1. Bij beantwoording van de vraag of bij het publiek verwarring tussen ondernemingen is te duchten, moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen. Daarbij mag ook het gestelde handelsnaamgebruik door gebruik van een logo een rol spelen.
2. Ook onder art. 1019h Rv is kostencompensatie mogelijk wanneer partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk worden gesteld.
3. Een appellant moet ook in de kosten worden veroordeeld als de bestreden uitspraak, waarin zijn vordering of verzoek geheel is afgewezen, wordt bekrachtigd op andere gronden dan die waarop de eerste rechter de afwijzing heeft gegrond.
4. In een procedure op grond van art. 6 Hnw is art. 1019h Rv van toepassing als het verzoek is gegrond op art. 5 of 5a Hnw. (meer…)

Cassatieblog.nl