Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1194 (Çukurova/Sonera)

Het asymmetrische rechtsmiddelenverbod bij de exequaturprocedure betreffende arbitrale vonnissen geldt ook bij buitenlandse arbitrale vonnissen, tenzij zich een doorbrekingsgrond voordoet of de asymmetrie tot schending van art. 6 EVRM leidt. Van schending van art. 6 EVRM is geen sprake als weliswaar geen rechtsmiddel tegen het verlof openstaat, maar in het land van arbitrage wel een vernietigingsprocedure openstaat (HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM1679). Hebben partijen afstand gedaan van die vernietigingsmogelijkheid door de overheidsrechter, dan levert handhaving van het asymmetrische verbod geen schending van art. 6 EVRM op. (meer…)

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1140

Een incidentele vordering moet worden toegelicht bij het instellen daarvan. De mogelijkheid van een reactie op de conclusie van de Advocaat-Generaal biedt geen gelegenheid voor een (nadere) toelichting. Voorwaarde voor toewijzing van een vordering tot zekerheidstelling is dat het belang van degene die daarom vraagt zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij het achterwege blijven ervan (vgl. HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5012 (Newbay / Staat)). (meer…)

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1077 (NRSL/Kompas)

(1) De Nederlandse rechter is steeds bevoegd om kennis te nemen van een verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een in het buitenland verkregen arbitraal vonnis. Dit oordeel behoeft (dus) geen motivering. (2) Verjaring of verval van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in het land waarin dat vonnis gewezen is, is geen grond voor weigering ex art. 1076 Rv en brengt niet mee dat erkenning of tenuitvoerlegging daarvan strijdig is met de openbare orde. (meer…)

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1114 (Almer Beheer c.s./Van den Dungen Vastgoed c.s.)

Na beantwoording van prejudiciële vragen door het Europese Hof van Justitie oordeelt de Hoge Raad dat de in art. 5:2 Wft omschreven prospectusplicht niet van toepassing is op de executoriale verkoop van in beslag genomen certificaten van aandelen op de voet van art. 474g Rv. (meer…)

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1078.

Stukken die door middel van faxapparatuur vóór 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn ter griffie zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend. Andersluidende bepalingen in procesreglementen zijn onverbindend; de in art. 33 lid 1 Rv neergelegde beperking van het elektronisch verkeer tot gevallen waarin daarin is voorzien in een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement, geldt niet voor faxverkeer. (meer…)

Oranje stoplichtHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1075 (Curatoren Midreth/Black Box)

De sanctie op het niet in acht nemen van termijnen uit het onderhavige pilotreglement dient, zeker nu de toegang tot de (appel)rechter in het geding is, in redelijke verhouding te staan tot het verzuim. Nu op grond van het toepasselijke pilotreglement één termijn voor het indienen van memories geldt, die niet wordt verlengd, terwijl bij overschrijding van die termijn, zonder peremptoirstelling of voorafgaande waarschuwing, ambtshalve akte niet-dienen wordt verleend, dient een belangenafweging plaats te vinden, die in een geval als het onderhavige zonder meer dient te leiden tot het verlenen van een (korte) termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. (meer…)

Cassatieblog.nl