Beroepsaansprakelijkheid accountant: afwijking van oordeel tuchtrechter onvoldoende gemotiveerd
HR 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2452
Indien de rechter afwijkt van het oordeel van de tuchtrechter, dient hij zijn oordeel zodanig te motiveren dat het, ook in het licht van de beoordeling door de tuchtrechter, voldoende begrijpelijk is. Het oordeel van het hof dat de schade in redelijkheid niet kan worden toegerekend aan de accountant, is onvoldoende gemotiveerd in het licht van het door het hof tot uitgangspunt genomen oordeel van de tuchtrechter dat de accountant onvoldoende kritisch is geweest. Lees meer…
Oordeel dat sprake is van schuldeisersverzuim, en dus geen dwangsommen zijn verbeurd, is aan de executierechter
HR 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2455
De schuldenaar kan gedurende het verzuim van zijn schuldeiser geen dwangsommen verbeuren. Het oordeel dat zodanige situatie zich voordoet, is aan de executierechter. Dat oordeel valt buiten de reikwijdte van art. 611d Rv en de exclusieve bevoegdheid van de dwangsomrechter, nu het dan niet gaat om een (op onmogelijkheid gebaseerde) opheffing of vermindering van de dwangsom als in die bepaling bedoeld, maar om de daaraan voorafgaande vraag of de schuldeiser de veroordeling waaraan de dwangsom is verbonden (in de relevante periode) mocht executeren. Lees meer…
Schending van de waarheidsplicht en eisvermeerdering na cassatie en verwijzing
HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2360
Vordering tot vergoeding van volledige proceskosten wegens schending van de waarheidsplicht, ingesteld na cassatie en verwijzing. (1) Indien is voldaan aan de voorwaarden voor een uitzondering op de ‘in beginsel strakke regel’, is een eiswijziging of -vermeerdering ook mogelijk in een verwijzingsprocedure na cassatie. Toelating ervan mag echter niet in strijd komen met de eisen van een goede procesorde. (2) Een verweer kan misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen opleveren als het, gelet op de evidente ongegrondheid daarvan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Een hierop gebaseerde vordering tot vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten is aan de exclusieve en limitatieve regeling van art. 237-240 Rv onttrokken. Lees meer…
Verdeling ontbonden huwelijksgemeenschap en daarvan deel uitmakende nalatenschap
HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2274
De verdeling van een nalatenschap is een rechtshandeling van de gezamenlijke erfgenamen die tot levering verplicht. In die rechtshandeling kan mede een andere rechtshandeling besloten liggen, zoals een schenking van een deelgenoot aan een andere deelgenoot, waaraan een uitsluitingsclausule kan worden verbonden (art. 3:38 lid 1 BW en art. 1:94 lid 2 onder a BW). Dit geldt ook indien het gaat om de verdeling van een nalatenschap waaraan de erflater zelf geen uitsluitingsclausule heeft verbonden.
Recht op beperking van octrooi is ook onderworpen aan de tweeconclusieregel
HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2363 (High Point / KPN)
Het in art. 138 lid 3 EOV verankerde recht om in een nationale procedure over de geldigheid van een Europees octrooi dat octrooi te beperken, staat niet in de weg aan toepassing van de tweeconclusieregel. Lees meer…
Internationale bevoegdheid Nederlandse rechter bij verbintenissen uit onrechtmatige daad
HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2358 (Universal Music International / verweerder c.s.)
Vervolg van de procedure na beantwoording van prejduciele vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uitleg van “plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan” (art. 5, aanhef en onder 3 EEX-Vo) in het geval waarin de schade in een lidstaat uitsluitend het rechtstreekse gevolg is van een onrechtmatige gedraging die zich in een andere lidstaat heeft voorgedaan.
Erfdienstbaarheid van licht geeft in beginsel aanspraak op onbelemmerde lichtinval
HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2277
Een erfdienstbaarheid van licht houdt in dat het dienende erf lichtinval moet toelaten op het heersende erf, in dit geval “voor de toetreding van licht in de oostgevel van de verkochte schuur”. Nu de vestigingsakte in het onderhavige geval geen beperkingen op het recht op lichtinval bevatte en onder art. 727 (oud) BW een erfdienstbaarheid van licht in beginsel aanspraak geeft op een onbelemmerde lichtinval, heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de gevestigde erfdienstbaarheid de schutting met haar huidige hoogte toestaat. Lees meer…
Gebruik van een erfdienstbaarheid ten behoeve van een ander dan het heersende erf
HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2270 (Eisers/School Vest)
Door te oordelen dat de erfdienstbaarheid van weg mede strekt tot het gebruik van de weg om een gedeelte van het schoolterrein te bereiken ten behoeve waarvan de erfdienstbaarheid niet is gevestigd, is het hof gebleven binnen de in het arrest Van Maarseveen/Agterberg geformuleerde regel. Lees meer…
Intrekking surseance Nederlandse vennootschap en verhouding tot buitenlandse herstructurering concern
HR 7 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1281 (PTIF / Citicorp c.s.) en ECLI:NL:HR:2017:1280 (Oi Coop/ Citadel c.s.); HR 1 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2196
(1) art. 243 lid 3 Fw staat er niet aan in de weg dat de rechter naast de in dat artikel genoemde personen andere belanghebbenden oproept; (2) de appelrechter is bij de beoordeling in het kader van art. 242 Fw niet gebonden aan de grieven, nu het ook ambtshalve de surseance kan intrekken; (3) het Nederlandse faillissementsrecht is onverkort van toepassing op een in Nederland gevestigde vennootschap die onderdeel uitmaakt van een internationale groep onderling verbonden vennootschappen die het centrum van zijn belangrijkste belangen in het buitenland heeft. Waar de wet daar ruimte voor laat, kan met de buitenlandse herstructureringsprocedure rekening worden gehouden; (4) het oordeel van het hof dat instemming van PTIF met het Braziliaanse akkoord een daad van beheer of beschikking is (art. 228 Fw), is juist; (5) het verzoek van PTIF aan de Braziliaanse rechter om de bewindvoerder te verbieden zich met de herstructurering te bemoeien is onverenigbaar met de informatieplicht; (6) Voldoende voor toepassing van art. 242 lid 1, aanhef en onder 2°, Fw is dat de schuldenaar de schuldeisers heeft getracht te benadelen. Lees meer…
Hoge Raad stelt ‘Protocol deelname aan behandeling en beraadslaging’ vast
De Hoge Raad heeft een protocol vastgesteld waarin de uitgangspunten neergelegd voor de deelname van raadsheren aan de behandeling van zaken en de beraadslaging daarover. Het protocol regelt onder meer de aanwezigheid van zogeheten ‘reservisten’ bij de beraadslaging in raadkamer. Lees meer…