Maatstaf voor beoordeling verzet bij intrekking 403-verklaring
HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:546 (SNS c.s./curatoren)
Verzet schuldeisers bij intrekking 403-verklaring. 1. In een geval waarin bij één beschikking in meerdere verzetprocedures uitspraak is gedaan, kan bij één verzoekschrift een rechtsmiddel worden aangewend; 2. De rechter dient, in een geval waarin het bestaan en de omvang van de vordering zijn betwist, het verzet gegrond te verklaren, tenzij en voor zover hij de vordering onmiskenbaar ongegrond acht. Aan dat oordeel zijn slechts beperkte motiveringseisen te stellen. Lees meer…
Verkrijging Nederlanderschap bij erkenning – geen discriminatie, geen strijd met EVN
HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:570
Als in dit geval voor de toepassing van art. 14 EVRM sprake is van enig onderscheid tussen een minderjarige die ingevolge art. 4 lid 4 Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap niet van rechtswege heeft verkregen, en anderen, dan bestaat voor dat onderscheid een objectieve rechtvaardiging. Lees meer…
Aanspraak verkoopmakelaar op courtage na ontbinding koopovereenkomst
HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:567
Het recht van een verkoopmakelaar op courtage komt niet te vervallen op de enkele grond dat zijn cliënt het beroep van de koper op de ontbindende voorwaarde heeft aanvaard. Een verkoopmakelaar dient bij het uitvoeren van zijn opdracht echter wel het belang van zijn opdrachtgever centraal te stellen. Lees meer…
Prejudiciële vraag in het kader van de WSNP: hoe lang is tien jaar?
HR 31 maart 2017 ECLI:NL:HR:2017:572
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingevolge art. 288 lid 2 aanhef en onder d FW afgewezen indien minder dan tien jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend ten aanzien van de schuldenaar de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest [tenzij]. Lees meer…
Aftrek voorarrest ziet ook op voorwaardelijk deel gevangenisstraf
HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:462
Het bevel tot aftrek van voorarrest (art. 27 lid 1 Sr) ziet ook op de gevangenisstraf ten aanzien waarvan de rechter met toepassing van art. 14a Sr heeft bepaald dat die straf of een gedeelte daarvan onder voorwaarden niet zal worden tenuitvoergelegd. Indien de duur van het voorarrest langer is dan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de straf en de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke deel wordt bevolen, dient het voorarrest op dat voorwaardelijk deel in mindering te worden gebracht. Lees meer…
Motiveringsplicht rechter bij het volgen van een deskundigenbericht
HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:279 (verkopers/Goedvast)
De Hoge Raad bevestigt dat de rechter een beperkte motiveringsplicht heeft ten aanzien van zijn beslissing om een deskundigenbericht al dan niet te volgen. De rechter zal echter wel moeten ingaan op specifieke bezwaren van een partij als deze een voldoende gemotiveerde betwisting van de zienswijze van de deskundige inhouden. Lees meer…
Hoge Raad sanctioneert Ruimte voor Ruimte regeling in Noord-Brabant
HR 24 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:483 (Gemeente Bladel/Bouwers met Visie)
Deze uitspraak lijkt het sluitstuk te vormen van een lange discussie over de geldigheid van bevoegdheden-overeenkomsten die in het kader van de Ruimte voor Ruimte-regeling zijn gesloten. Deze regeling was bedoeld om de sanering van varkenshouderijen in concentratiegebieden in met name Noord-Brabant en Limburg (vanwege de Europese verplichting om de ammoniakdepositie te verlagen) te financieren. Lees meer…
Geen tegenstrijdig belang bij concernfinancieringsverhouding
HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:363
Het hof ging voorbij aan een door de curator gedaan beroep op tegenstrijdig belang van een (indirect) bestuurder bij het aangaan van een hoofdelijke aansprakelijkheid van de (klein)dochters bij een schuld van het moederbedrijf. Volgens de Hoge Raad heeft het hof onder ogen gezien dat van een relevant tegenstrijdig belang tussen deze (indirect) bestuurder en de (klein)dochters bij het aangaan van de hoofdelijkheid geen sprake was. Lees meer…
Hoge Raad verduidelijkt prejudiciële beslissing over verdisconteren kindgebonden budget in alimentatieberekening
HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:360
De door de Hoge Raad in HR 9 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3011) geformuleerde regel dat het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking dienen te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt, geldt niet slechts ‘in beginsel’. Een zodanige beperking valt in deze prejudiciële beslissing niet te lezen. Lees meer…
Trekken bankgarantie wegens leegstandschade geen ongerechtvaardigde verrijking
HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:278
Indien een verhuurder na faillissement van zijn huurder gerechtigd is om leegstandschade onder een bankgarantie te claimen brengt de omstandigheid dat de bank, nadat zij aan haar betalingsverplichting ter zake had voldaan, verhaal heeft genomen op de faillissementsboedel en dat de curator zich hiertegen niet heeft verzet, niet mee dat de verhuurder ongerechtvaardigd is verrijkt ten laste van de boedel. Lees meer…