Verlies van hoedanigheid ‘advocaat bij de Hoge Raad’: schorsing en hervatting van de cassatieprocedure
HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1389 (Eiser c.s./ARC)
Het vervallen van de aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ (art. 9j Advocatenwet) brengt mee dat het geding in cassatie overeenkomstig art. 226 Rv van rechtswege wordt geschorst. Het geding kan worden hervat doordat één van partijen met instemming van de andere partij een akte ter rolle neemt of doordat zij bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat (art. 418a jo. 228 Rv). Een en ander is van overeenkomstige toepassing in verzoekschriftprocedures. Lees meer…
Cassatieblog presenteert: Kijk op KEI
Vandaag, 12 juli 2016, zijn de wetsvoorstellen van het digitaliseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI) goedgekeurd door de Eerste Kamer. Begin 2017 zullen de eerste digitale procedures van start gaan. In de aanloop naar de daadwerkelijke invoering van digitaal procederen informeren de (cassatie)advocaten van Pels Rijcken u op Kijk op KEI over de digitale procesvoering én de inhoudelijke wijzigingen van het civiele procesrecht. Wilt u goed voorbereid zijn op het nieuwe procederen, lees dan de berichten op Kijk op KEI.
Overzicht recente prejudiciële vragen
Het overzicht van lopende zaken vermeldt drie nieuwe zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) de eisen die aan de “veertiendagenbrief” uit art. 6:96 lid 6 BW worden gesteld, (2) de mogelijkheden tot voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst onder de Wet werk en zekerheid en (3) de verhouding tussen de het door de Hoge Raad aangenomen recht op verhoorbijstand (HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608) en de Beleidsbrief OM. Lees meer…
Aanspraak op stamrecht-bv wegens ontslagvergoeding verknocht (art. 1:94 lid 3 BW)?
HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1293
De maatstaf van HR 17 oktober 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9080 geldt ook voor aanspraken op periodieke uitkeringen – die na ontslag tot vervanging van inkomsten strekken – jegens een stamrecht-bv waarin een ontslagvergoeding is ingebracht. Bij beantwoording van de vraag of de hieruit voortvloeiende aanspraken binnen of buiten de huwelijksgemeenschap vallen, is derhalve van belang of de aanspraken zien op de periode vóór of na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap. In het eerste geval vallen zij binnen en in het tweede geval buiten de huwelijksgemeenschap. Lees meer…
Advies AG Timmerman: oud-aandeelhouders SNS Reaal bevoegd tot enquêteverzoek
Conclusie A-G 24 juni 2016, ECLI:NL:PHR:2016:536 en ECLI:NL:PHR:2016:537
In de enquêteprocedure inzake SNS Reaal adviseert Advocaat-Generaal Timmerman tot instandlating van de uitspraak van de Ondernemingskamer, waarbij de oud-aandeelhouders van SNS Reaal bevoegd werden geacht tot het indienen van een enquêteverzoek, ondanks het gegeven dat zij niet meer voldoen aan de wettelijke kapitaalseis. Lees meer…
Bewijslastverdeling bij vernietiging schenking wegens misbruik van omstandigheden
HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1272
Erfgename vernietigt schenkingen die erflaatster bij leven had gedaan wegens misbruik van omstandigheden. Het hof had toepassing moeten geven aan de bewijsregel van art. 7:176 BW, door in beginsel op de begiftigde de bewijslast te leggen dat de schenkingen niet door misbruik van omstandigheden zijn tot stand gekomen. Van een uitzondering op deze regel had het hof uitdrukkelijk verantwoording moeten afleggen. Lees meer…
Provincie Gelderland definitief niet schadeplichtig jegens Vitesse
HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1309 (Vitesse / Provincie Gelderland)
In een schadestaatprocedure kunnen oordelen uit de hoofdprocedure niet – opnieuw of alsnog – worden bestreden. Bij het aannemen van gebondenheid van een gemeente dan wel provincie zonder instemming van het terzake volgens de wet bevoegde orgaan dient grote terughoudendheid te worden betracht. Lees meer…
Prejudiciële beslissing over kostenveroordeling bij intrekking (IE-)kort geding
Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1087
1. De aanhangigheid van het kort geding komt in beginsel te vervallen door een mededeling van de eiser aan de gedaagde, strekkende tot intrekking van het kort geding, tenzij gedaagde tijdig aan de eiser en de voorzieningenrechter mededeelt dat het geding desondanks doorgang dient te vinden omdat hij een beslissing omtrent de proceskosten verlangt. 2. Art. 1019h Rv is ook in (ingetrokken) kort gedingen in IE-zaken van toepassing. De kosten die gemaakt worden ter vaststelling van de proceskosten van het ingetrokken geding vallen echter niet onder het bereik van dit artikel. 3. Art. 9.1 van het Procesreglement kort gedingen is onverbindend. De Hoge Raad stelt een overgangsmaatregel in voor de periode van drie maanden na datum arrest. Lees meer…
Betalingsverplichtingen van werkgever jegens pensioenuitvoerder na opzegging van uitvoeringsovereenkomst
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1134 (Pensioenfonds Alcatel-Lucent/Alcatel-Lucent)
Ook als een overeenkomst voorziet in een opzeggingsregeling, kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst onder omstandigheden in de weg staan aan opzegging, opzegging zonder zwaarwegende grond, opzegging op een bepaald moment of opzegging zonder aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. ‘s Hofs oordeel dat Alcatel-Lucent na het einde van de door haar opgezegde uitvoeringsovereenkomst geen betalingsverplichtingen meer heeft jegens het Pensioenfonds, is onbegrijpelijk. Lees meer…
Materieel verkeerde beoordeling leent zich niet voor herstel als kennelijke fout
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1167
Een materieel verkeerde beoordeling van enig onderdeel van een zaak is niet een kennelijke fout die zich voor herstel leent in de zin van art. 31 Rv. Lees meer…