Aansprakelijkheid voor tenuitvoerlegging later vernietigd vonnis
HR 1 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:542 (Duck /verweerder)
De betekening van het vonnis aan de wederpartij ter inleiding van de executie is in beginsel voldoende om aan te nemen dat sprake is van dreiging met executie. Door die betekening geeft de executant immers te kennen nakoming van het vonnis te verlangen. Lees meer…
Het vereiste van spoedeisend belang in appel tegen in kort geding uitgesproken proceskostenveroordeling
HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:661
De regel dat de appelrechter in kort geding moet beoordelen of de eisende partij ten tijde van het hof-arrest (nog) een spoedeisend belang heeft, ziet alleen op de met betrekking tot het geschil van partijen verlangde voorzieningen en niet (mede) op de proceskostenveroordeling. Lees meer…
Geen dwangsomverbod bij veroordeling tot medewerking aan levering onroerende zaken met verplichting tot betaling koopsom
HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:667 (Eiser c.s./ABC Wonen)
In het geval aan een veroordeling tot medewerking aan de levering van onroerende zaken de verplichting tot betaling van de koopsom is gekoppeld, is geen sprake van een situatie waarin betaling van de koopsom ook kan worden bewerkstelligd door rechtstreekse executie. In een dergelijke situatie geldt het dwangsomverbod van art. 611a lid 1 Rv dan ook niet. Lees meer…
Stuiting van de verjaring viel buiten grenzen rechtsstrijd (art. 24 Rv)
HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:663
Het hof is buiten de rechtsstrijd van partijen getreden (art. 24 Rv) door het beroep op verjaring van de man af te wijzen op de grond dat de verjaring is gestuit, nu door de vrouw geen beroep op stuiting was gedaan. Lees meer…
De Hoge Raad verduidelijkt de regels voor pleidooi na rechterswisseling
HR 15 april 2016, ELCI:NL:HR:2016:662 (Mr. Muetstege q.q. / Gemeente Amsterdam)
1) De verplichting om na een mondelinge behandeling aan partijen mededeling te doen van een rechterswisseling, vervalt na de eerste uitspraak die op een mondelinge behandeling volgt. Na die uitspraak is het aan partijen om eventueel initiatieven te ontplooien. 2) De voorwaarden voor afwijzing van een verzoek om een nadere mondelinge behandeling na een rechterswisseling kunnen tot de einduitspraak een rol blijven spelen. 3) De regels rond rechterswisseling zien niet op de comparitie na aanbrengen in hoger beroep. Lees meer…
De Hoge Raad over ‘disclosed but not claimed is disclaimed’
HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:196 (Bayer/Sandoz)
1. Voor het bepalen van de beschermingsomvang van een octrooi gaat het om de vaststelling van hetgeen het octrooi toevoegt aan de stand van de techniek. Alleen in het kader van de inbreukvraag kan mede betekenis worden gehecht aan de kennis van de gemiddelde vakman ten tijde van de beweerde inbreuk, in het bijzonder waar het erom gaat of sprake is van equivalente elementen.
2. De regel ‘disclosed but not claimed is disclaimed’ kan ook van toepassing zijn als de ‘openbaring’ geen betrekking heeft op een middel dat de basis kan vormen voor een conclusie. Lees meer…
Potentiële vordering op derde levert geen ‘rechtstreeks en voldoende belang’ (art. 3:15j BW) op voor openlegging boekhouding van failliet
HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:612 (Schmitz q.q./verweerster)
Van een rechtstreeks en voldoende belang als bedoeld in art. 3:15j, aanhef en onder d BW is geen sprake indien inzage in de boekhouding van de failliet wordt verlangd met het oog op een mogelijk door hem in te stellen vordering tegen een derde, zoals de voormalig beleidsbepaler van een failliete vennootschap. Indien een schuldeiser van de failliet in een dergelijk geval informatie uit diens boekhouding wenst te verkrijgen, kan hij daartoe de weg bewandelen van een op de voet van art. 843a Rv aanhangig te maken vordering tegen de curator. Lees meer…
Griffierecht uitgeprocedeerde asielzoeker en het recht op toegang tot de rechter
HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:607
Gelet op het feit dat het de rechtzoekende (een uitgeprocedeerde asielzoeker zonder financieel vermogen) geheel ontbreekt aan financiële middelen, levert het opleggen van griffierecht (ad € 78,-, conform de categorie onvermogenden) een ontoelaatbare belemmering op van het recht op toegang tot de rechter. Lees meer…
Het rechtsmiddelenverbod van art. 807 Rv geldt niet voor beslissingen kinderrechter ex art. 1:265i BW
HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:609
Art. 807 Rv sluit ten aanzien van beslissingen die door de kinderrechter op grond van art. 1:265i BW zijn genomen niet de mogelijkheid van een gewoon rechtsmiddel uit, zodat daartegen – conform de hoofdregel van art. 358 lid 1 Rv – de gewone rechtsmiddelen openstaan. Dit strookt met de wetsgeschiedenis, waaruit blijkt dat de wetgever beoogd heeft maatregelen met een voorlopig en ordenend karakter uit te sluiten. De beslissingen op grond van de artt. 1:265a t/m 1:265k BW zijn daarentegen ingrijpend en kunnen tot onomkeerbare gevolgen lijden. Lees meer…
Meervoudige onderhandse aanbesteding en de beginselen van gelijkheid en transparantie
HR 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:503 (HLA/Kadaster)
Bij een meervoudige onderhandse aanbesteding is de aanbesteder vrij zelf de partijen te selecteren die hij tot die procedure wenst toe te laten. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie brengen mee dat de aanbesteder zijn selectie wel moet baseren op objectieve criteria. In casu heeft het Kadaster een objectief selectiecriterium gehanteerd, door uitsluitend bedrijven uit te nodigen die interesse voor het onderhavige project hadden getoond. Lees meer…