Verplichting NV tot inkoop eigen aandelen behoeft geen statutaire grondslag

Verplichting NV tot inkoop eigen aandelen behoeft geen statutaire grondslag

HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1679 (Clay Hill c.s./Unilever)

De verkrijging van eigen aandelen door een NV is, ter bescherming van haar schuldeisers, aan wettelijke beperkingen onderworpen. De statuten kunnen de verkrijging van eigen aandelen door een NV uitsluiten of beperken, maar de wet bepaalt niet dat een verplichting van de NV tot inkoop van aandelen een statutaire grondslag behoeft. Lees meer…

Inning van verzekeringspremie voor niet-bestaand risico maakt dekkingsweigering niet onaanvaardbaar

Inning van verzekeringspremie voor niet-bestaand risico maakt dekkingsweigering niet onaanvaardbaar

HR 26 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1558 (Eiseressen/Aegon)

Een verzekeraar die premie heeft geïnd voor een risico dat achteraf bezien niet heeft bestaan, kan ingevolge art. 7:938 BW gehouden zijn tot premierestitutie. De enkele inning van premie noopt evenwel niet tot de conclusie dat de verzekeraar op grond van art. 6:248 lid 2 BW dekking moet verlenen voor schade als gevolg van niet-verzekerde activiteiten. Lees meer…

Heffing kansspelbelasting voor kansspelautomaten is op niveau van de regelgeving niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol

Heffing kansspelbelasting voor kansspelautomaten is op niveau van de regelgeving niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol

HR 27 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1523 (Staatssecretaris van Financiën/belanghebbende)

De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van discriminatie bij de heffing van kansspelbelasting voor kansspelautomaten. Ook is met de invoering van kansspelbelasting voor kansspelautomaten het vereiste van een redelijke en proportionele verhouding (‘fair balance’) op het niveau van de regelgeving niet geschonden. De vraag of de onderhavige wetswijziging, hoewel deze op het niveau van de regelgeving niet heeft geleid tot een schending van artikel 1 Eerste Protocol, heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het geval van belanghebbende, moet na verwijzing nog worden beoordeeld. Lees meer…

Recht op kosteloze bijstand van een tolk in BOPZ-zaken

Recht op kosteloze bijstand van een tolk in BOPZ-zaken

HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1495

Uit art. 5 en 6 EVRM volgt dat ieder die betrokken wordt in een procedure die tot onvrijwillige vrijheidsontneming kan leiden, recht heeft op kostenoze bijstand van een tolk, indien hij de taal waarin de zitting wordt gehouden niet of onvoldoende beheerst. Art. 5 EVRM heeft mede betrekking op procedures op de voet van de Wet BOPZ, zodat betrokkenen in dergelijke procedure recht hebben op dergelijke bijstand van een tolk. Uit art. 5 en 6 EVRM volgt tevens dat afwijzing van een verzoek om bijstand van een tolk dient te worden gemotiveerd. Lees meer…

Enquêterecht: regels onderzoeker voor het horen van personen

Enquêterecht: regels onderzoeker voor het horen van personen

HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1403 (Energie Concurrent / Eneco Retail en Greenchoice)

Indien de onderzoeker verklaringen van door hem gehoorde personen vastlegt met audiovisuele middelen, dient hij de gehoorde persoon in beginsel gelegenheid te geven de opname te zien of te beluisteren, opdat de gehoorde persoon opmerkingen kan maken naar aanleiding van de vastgelegde verklaring. Op de onderzoeker rust in beginsel echter niet de verplichting om een kopie van de opname aan de gehoorde persoon ter beschikking te stellen. De onderzoeker bepaalt of hij door de gehoorde gemaakte opmerkingen in het interviewverslag verwerkt. Lees meer…

Verevening van pensioenrechten op Curaçao

Verevening van pensioenrechten op Curaçao

HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1402

Curaçaose zaak. Opgebouwde pensioenrechten van één van de ex-echtelieden behoren in beginsel tot de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap. Bij de verdeling van deze aanspraken moet rekening gehouden worden met wat de eisen van redelijkheid en billijkheid, gelet op de omstandigheden van het geval, meebrengen. Toepassing van deze maatstaf kan zelfs meebrengen dat verrekening van pensioenrechten achterwege blijft. De rechter heeft hierbij een grote mate van vrijheid. Lees meer…

Gefailleerde is belanghebbende bij verzoek benoeming schuldeiserscommissie

Gefailleerde is belanghebbende bij verzoek benoeming schuldeiserscommissie

HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1338 (SNS Property Finance B.V. en de Rabobank Apeldoorn e.o/ X)

Indien op de voet van art. 74 Fw dan wel art. 75 Fw een schuldeiserscommissie is benoemd, is de gefailleerde op grond van art. 105 lid 1 Fw verplicht om voor deze commissie te verschijnen en haar alle inlichtingen te verschaffen, zo dikwijls hij daartoe wordt opgeroepen. Dergelijke verstrekkende verplichtingen jegens een commissie uit de schuldeisers kunnen de gefailleerde zodanig in een eigen belang treffen dat hij in de procedure op de voet van art. 74 Fw dan wel art. 75 Fw behoort te mogen opkomen ter bescherming van dat belang, hetgeen grond is om hem in dat verband als belanghebbende aan te merken. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl