Alle berichten met de tag: ontvankelijkheid


Hoge Raad 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:388

Een collectieve vordering die deels tegen andere rechtspersonen is gericht of wordt ingesteld ten behoeve van een (gedeeltelijk) andere achterban dan de eerdere collectieve vordering, kan zien op ‘dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen’ en ‘gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen’ ex art. 1018d lid 1 Rv. Een beslissing op een verlengingsverzoek zal zijn toegesneden op de situatie van de rechtspersoon die om verlenging heeft verzocht. Aangenomen moet worden dat een verlenging naar de bedoeling van de wetgever uitsluitend voor deze rechtspersoon geldt en dus geen algemene werking heeft. Jellis Jansen bespreekt de uitspraak in drie minuten.

HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1093

(i) Tot de verzoeken die op de voet van art. 69 Fw aan de R-C kunnen worden gedaan behoort niet een verzoek tot aanpassing van het vrij te laten bedrag dat op grond van art. 21, aanhef en onder 2º, Fw door de R-C is vastgesteld. Een dergelijk verzoek kan op grond van art. 21, aanhef en onder 2º, Fw tot de R-C worden gericht;

(ii) De Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling zijn niet vastgesteld door een instantie die de bevoegdheid heeft rechters op grond van algemene beginselen van behoorlijke rechtspleging te binden ten aanzien van het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte. De Recofa-richtlijnen kunnen daarom niet worden aangemerkt als recht in de zin van art. 79 RO. Het staat de rechter vrij deze richtlijnen niet toe te passen. (meer…)

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:495

De erfgenamen kunnen daarom niet zelf als zodanig voor de nalatenschap optreden. Gevolgen daarvan voor de ontvankelijkheid in cassatie en voor de vraag of sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding. (meer…)

Cassatieblog.nl