Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: opzegging


HR 21 juni 2013, LJN BZ5346 (Beheer- en Beleggingsmaatschappij De Molensteen B.V./X c.s.)

Art. 7:368 en 7:369 lid 2 BW strekken ertoe dat de pachter aan de hand van de in de opzegging vermelde gronden kan bepalen of hij in de opzegging wil berusten, dan wel het op een procedure wil laten aankomen. Oordeel hof dat standpunt van verpachter in beëindigingsprocedure (ongeoorloofde) aanvulling vormt op in de opzegging vermelde grond, is onjuist noch onbegrijpelijk. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8728

De opdrachtgever die een aannemingsovereenkomst heeft opgezegd, en die op grond van art. 7:764 lid 2 BW in beginsel de volledige aanneemsom dient te betalen, heeft de stelplicht en bewijslast van het bestaan en de omvang van eventueel door de aannemer genoten besparingen, die in mindering op de verschuldigde aanneemsom moeten worden gebracht. Op de aannemer rust echter een belangrijke mededelingsplicht ten aanzien van (bestaan en omvang van) dergelijke besparingen. (meer…)

HR 29 juni 2012, LJN BW1280 (X/Stichting Berregratte)

Op grond van art. 7:228 lid 2 BW eindigt een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd door opzegging tegen een voor de huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste één maand. Voor een uitzondering op deze regel kan plaats zijn indien de opzeggende partij misbruik maakt van bevoegdheid in de zin van art. 3:13 BW. Voldoende is echter dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat.  (meer…)

Cassatieblog.nl