Selecteer een pagina

Alle berichten van: Berend-Bram Heinen


HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2004

De aanvrager van een faillissement kan aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van een faillissement dat op zijn aanvraag wordt uitgesproken, maar dat vervolgens op een rechtsmiddel wordt vernietigd. Dat is echter alleen het geval indien (i) de aanvrager wist of behoorde te weten dat geen grond bestond voor het uitspreken van het faillissement, dan wel (ii) de aanvrager anderszins met de aanvraag misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt. (meer…)

HR 25 september 2020 ECLI:NL:HR:2020:1499

De regel ‘koop breekt geen huur’, zoals die is vervat in art. 7:226 BW, ziet alleen op gevallen waarin de verhuurder (of diens schuldeiser) de verhuurde zaak of een zelfstandig recht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal op de verhuurde zaak overdraagt. Er bestaat op dit punt geen ruimte voor een extensieve uitleg van art. 7:226 BW. De rechten en verplichtingen van de verhuurder uit de huurovereenkomst gaan dus niet op grond van art. 7:226 BW over op de verkrijger wanneer het niet de (schuldeiser van de) verhuurder is die de (zelfstandige rechten op de) verhuurde zaak overdraagt. (meer…)

HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746

Bij de kwalificatie van een (arbeids)overeenkomst spelen de partijbedoelingen geen rol. Bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst is dus niet van belang of partijen bedoeld hebben een arbeidsovereenkomst te sluiten.

De kwalificatie van een overeenkomst moet (evenwel) worden onderscheiden van de – daaraan voorafgaande – vraag welke rechten en verplichtingen (inhoud) partijen zijn overeengekomen. Die vraag dient te worden beantwoord aan de hand van de Haviltex-maatstaf en daarbij spelen de partijbedoelingen dus wél een rol. Nadat de rechter met behulp van de Haviltex-maatstaf de overeengekomen rechten en verplichtingen heeft vastgesteld (uitleg), kan hij beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst (kwalificatie). (meer…)

HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1748

In de cao voor het voortgezet onderwijs zijn bepalingen opgenomen over de samenloop van vakantieverlof met zwangerschaps- en bevallingsverlof. In deze prejudiciële procedure oordeelt het de Hoge Raad dat deze bepalingen in strijd zijn met het verbod op onderscheid op grond van geslacht. (meer…)

HR 16 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1628

Art. 6:101 lid 1 BW schrijft een causaliteitsafweging voor en biedt de mogelijkheid om een billijkheidscorrectie toe te passen. Het hof heeft zowel de causaliteitsafweging verricht als de billijkheidscorrectie toegepast, en heeft in dat laatste verband de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten en de overige omstandigheden van het geval in zijn oordeelsvorming betrokken. Mede in het licht van hetgeen partijen in dit verband hebben aangevoerd, heeft het hof aldus zijn oordeel over de vermindering van de vergoedingsplicht voldoende inzichtelijk gemaakt. (meer…)

Cassatieblog.nl