Selecteer een pagina

Alle berichten van: Jerre de Jong


HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1976

Het strookt met de strekking van de melding van betalingsonmacht als bedoeld in art. 23 Wet Bpf 2000 om aan te nemen dat een zodanige melding achterwege kan blijven als het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en deze wetenschap dusdanig is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis daarvan in staat is zich een redelijk oordeel te vormen over de oorzaken van de betalingsonmacht en zich te beraden op de opstelling die het ten aanzien van de rechtspersoon zal innemen. (meer…)

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1978

 Dat verhuurders gedurende een periode toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichting om het huurgenot te verschaffen, brengt niet zonder meer mee dat de door huurder gevorderde schadevergoeding toewijsbaar is. Daarvoor is ook vereist dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat huurder door die tekortkoming schade heeft geleden. In het oordeel van het hof ligt besloten dat huurder onvoldoende heeft toegelicht dat de mogelijkheid om het gehuurde in de betreffende periode te gebruiken voor haar nog waarde had. (meer…)

HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778  (Didam-arrest)

Een overheidslichaam dat een onroerende zaak verkoopt dient de koper te selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria en moet hierover vooraf informatie bekend maken. Deze mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden, indien bij voorbaat vaststaat dat er slechts één serieuze gegadigde is, of indien dit redelijkerwijs mag worden aangenomen. In dat geval moet het overheidslichaam de voorgenomen verkoop zodanig bekend maken dat een ieder daarvan kennis kan nemen. Ook moet de overheid in dat geval motiveren waarom er naar haar oordeel slechts één serieuze gegadigde is.

(meer…)

HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652

Op banken kan op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van niet-consumenten de verplichting kan rusten een betaalrekening aan te bieden. Daarbij weegt zwaar dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren. (meer…)

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523

Van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan om te bepalen of het in een verzekeringsovereenkomst verlangde causale verband aanwezig is, hangt in de eerste plaats af van wat partijen daaromtrent zijn overeengekomen. Als de overeenkomst niet inhoudt van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan, is de rechter niet gehouden de aanwezigheid van dat causale verband in beginsel aan de hand van de leer van de dominant cause te onderzoeken. Het hof heeft dit miskend, althans zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad legt de verzekeringsovereenkomst echter alsnog zelf in het nadeel van eisers uit. (meer…)

Cassatieblog.nl