Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:743 (Cassatie in het belang der wet)

Alle Nederlandse voorzieningenrechters zijn relatief bevoegd in kort gedingen over Gemeenschapsmodellen. Voor zover art. 3 Uitvoeringswet GModVo anders bepaalt, is het artikel onverbindend. (meer…)

HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:726

De comparitie na aanbrengen in hoger beroep heeft een eigen doel en karakter. Deze comparitie strekt er met name toe voor een schriftelijke uitwisseling van partijstandpunten de mogelijkheid van een schikking te beproeven of afspraken te maken over het procesverloop. Indien partijen op deze zitting ook een toelichting geven op hun standpunten, behoeft dit niet plaats te vinden ten overstaan van de (meervoudige) kamer die ook eindarrest zal wijzen. (meer…)

HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:806

(i) de afstemmingsregel brengt mee dat de voorzieningenrechter zijn oordeel moet afstemmen op meest recente uitspraak in de bodemprocedure, ongeacht of die uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
(ii) het oordeel dat een te executeren uitspraak berust op een klaarblijkelijke feitelijke of juridische misslag, brengt niet steeds mee dat de executant die deze uitspraak ten uitvoer legt, misbruik van bevoegdheid maakt. (meer…)

HR 17 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:746 en ECLI:NL:HR:2020:751

Indien op een schuldenaar de schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, valt van rechtswege buiten de boedel een bedrag gelijk aan de beslagvrije voet. De beslagvrije voet wordt verhoogd met de premie van een door de schuldenaar gesloten ziektekostenverzekering, dit is de daadwerkelijk door de schuldenaar te betalen premie voor de door hem gesloten zorgverzekering. (meer…)

HR 3 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:593

De tienjaarstermijn van art. 15 lid 1, aanhef en onder c, RWN is aangevangen op het tijdstip waarop verweerster in cassatie (i) in het bezit van zowel de Nederlandse als de Surinaamse nationaliteit, (ii) als meerderjarige (iii) haar hoofdverblijf in Suriname had. (meer…)

HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:600 

De vertrouwelijkheid van met een advocaat of notaris uitgewisselde informatie kan voor de rechtspersoon een gegronde reden opleveren om geen inzage te geven in stukken die de onderzoekers nodig achten voor het onderzoek. De rechtspersoon kan zich ook op die vertrouwelijkheid beroepen indien de geheimhouder zich niet op een verschoningsrecht beroept. (meer…)

Cassatieblog.nl