Hoge Raad bevestigt maatstaf omgangsondertoezichtstelling
HR 21 april 2017 ECLI:NL:HR:2017:766
De Hoge Raad bevestigt dat de maatstaf uit zijn eerdere rechtspraak over omgangsondertoezichtstelling ook na de wijziging van de wettelijke regeling geldt. Niet uitgesloten is dat met het ontbreken of het bestaan van een omgangsregeling aan de maatstaven voor ondertoezichtstelling is voldaan. Aan de motivering van de toewijzing van ondertoezichtstelling worden in een dergelijk geval wel hoge eisen gesteld. Lees meer…
Overzicht recente prejudiciële vragen
Het overzicht van lopende zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. Lees meer…
Art. 2:18 BW (omzetting van rechtspersonen) leent zich ook voor toepassing op kerkgenootschappen
HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:771 (NIISA)
Art. 2:18 BW dat omzetting van rechtspersonen mogelijk maakt, leent zich voor overeenkomstige toepassing op kerkgenootschappen. Overeenkomstige toepassing is alleen geoorloofd als dat is te verenigen met het statuut van het kerkgenootschap of de aard der onderlinge verhoudingen. Bij het toetsen aan de niet-limitatieve voorwaarden van art. 2:18 BW dient de rechter inmenging in geloofskwesties te vermijden. Wanneer voor de omzetting geen rechterlijke machtiging is vereist, rust er een zorgplicht op de notaris die bij de omzetting is betrokken. Lees meer…
Hoge Raad over afstorting pensioen DGA na echtscheiding
HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:693
De afstorting dient zodanig plaats te vinden dat de aanspraken van partijen op het pensioen in beginsel (zoveel mogelijk) in dezelfde mate zijn verzekerd. Dit brengt met zich dat indien op het tijdstip van scheiding onvoldoende kapitaal aanwezig is om én het aandeel van de vereveningsgerechtigde af te storten, én voldoende kapitaal in de vennootschap achter te laten om de pensioenaanspraak van de vereveningsplichtige te dekken, het tekort in beginsel zal moeten worden gedeeld. Lees meer…
Appel bij een processueel ondeelbare rechtsverhouding: ontbrekende partijen kunnen via art. 118 Rv worden opgeroepen
HR 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:411
Een vordering tot boedelbeschrijving en verdeling van een nalatenschap betreft in beginsel een ‘processueel ondeelbare rechtsverhouding’, waarbij het rechtens noodzakelijk is dat een beslissing daarover in dezelfde zin luidt ten aanzien van alle bij die rechtsverhouding betrokkenen. Wanneer een partij een dergelijke beslissing wil uitlokken, dienen dan ook alle bij de rechtsverhouding betrokken partijen in het geding te worden geroepen, zowel in eerste aanleg, als in volgende instanties. Indien dit is nagelaten moet de rechter gelegenheid geven om de ontbrekende partij(en) op de voet van art. 118 Rv alsnog in het geding te betrekken. Lees meer…
Gesubrogeerde WAM-verzekeraar gebonden aan forumkeuzebeding tussen verzekerde en derde
HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:694
De rechtstreeks door de benadeelde op grond van art. 6 WAM aangesproken WAM-verzekeraar wordt alleen gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde jegens een derde (art. 7:962 BW) en niet tevens in de rechten van de benadeelde jegens die derde (art. 6:102 BW en 6:10 BW). Lees meer…
Vaststelling Nederlanderschap kind op basis van naturalisatie moeder?
HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:756
Het begrip ‘kinderen die feitelijk behoren tot het gezin’ in art. 47 lid 1 Vreemdelingenbesluit (oud) ziet ook op de situatie dat een kind inwoont of intrekt bij zijn grootouder(s), en uit de feiten en omstandigheden volgt dat het kind en zijn grootouder(s) samen daadwerkelijk een gezin vormen. Lees meer…
Verzekering voor aansprakelijkheid op grond van art. 6:169 lid 2 BW neemt belang bij vordering niet weg
HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:757
De enkele omstandigheid dat ouders voor hun op art. 6:169 lid 2 BW berustende aansprakelijkheid verzekerd zijn, brengt niet mee dat zij geen belang hebben bij een beoordeling van hun aansprakelijkheid voor de gedragingen van hun zoon. Lees meer…
Voorwaarden aan omzettingsverzoek ex art. 15b Fw
HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:696
Voor een verzoek tot omzetting van een faillissement in de schuldsaneringsregeling (art. 15b Fw) is een schriftelijke verklaring van de curator waarin is vermeld dat de curator heeft onderzocht of de gefailleerde aan zijn schuldeisers een akkoord in de zin van art. 138 Fw kan aanbieden, voldoende. Een schriftelijke verklaring van de curator waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen is niet vereist. De Hoge Raad corrigeert hiermee zijn eerdere rechtspraak. Lees meer…
Belemmeringsverbod (art. 9a Waadi) ziet niet enkel op arbeidsovereenkomst, maar ook op arbeidsverhouding
HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:689
De woorden ‘geen belemmeringen (…) voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst’ in art. 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) moeten worden gelezen als ‘geen belemmeringen (…) voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding’, waarbij het begrip ‘arbeidsverhouding’ moet worden uitgelegd in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de Uitzendrichtlijn. Lees meer…