Wilsvertrouwensleer bepalend voor uitleg brief tussen zakelijke partijen
HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:315
De vraag hoe een brief moet worden uitgelegd, dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang en komt geen beslissend gewicht toe aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de in de brief gebruikte bewoordingen, ook niet als uitgangspunt. Lees meer…
Eenvoudige gemeenschap tussen echtgenoten moet in afwikkeling wettelijk deelgenootschap worden betrokken
HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:156
Indien echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden naast een wettelijk deelgenootschap zijn overeengekomen dat bepaalde goederen krachtens huwelijksvermogensrecht gemeenschappelijk zijn, dan blijft het aandeel in die beperkte huwelijksvermogens-rechtelijke gemeenschap buiten de verrekening in het kader van het wettelijk deelgenootschap. Lees meer…
Onderwijsovereenkomst – toerekenbare tekortkoming door toezegging MA-graad voor hbo-opleiding
HR 24 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:313
De stelplicht en bewijslast van de door verweerders betwiste stelling dat de tekortkoming in de nakoming van de toezeggingen niet toerekenbaar is, rustten op SNR. Nu SNR zich in dit verband beriep op de onduidelijkheid van de wetgeving in en voorafgaande aan september 2004, diende het hof na te gaan of van die onduidelijkheid sprake was, waarbij het in beginsel diende te letten op alle relevante parlementaire stukken. Lees meer…
Internationale bevoegdheid bij vorderingen werkgever jegens bestuurder die tevens directeur in loondienst is
HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:133
De artikelen 18-21 EEX-Verordening (hierna: “EEX-Vo”) staan eraan in de weg dat toepassing wordt gegeven aan de bevoegdheidsgronden van art. 5, aanhef en onder 1 en 3, EEX-Vo indien een vennootschap een persoon die de functies van directeur en van bestuurder van die vennootschap heeft bekleed, in rechte aanspreekt om de door die persoon in de uitoefening van die functies gemaakte fouten te doen vaststellen en schadevergoeding te verkrijgen. Lees meer…
Italiaanse erfenis valt in Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap
HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:276
Onroerende zaken verkregen krachtens Italiaans erfrecht vallen, ingeval er geen uitsluitingsclausule is gemaakt, op grond van art. 1:94 lid 2 BW in de Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap. De enkele omstandigheid dat het op de erfrechtelijke verkrijging toepasselijke buitenlandse recht niet een algehele gemeenschap van goederen als huwelijksvermogensregime kent of tot uitgangspunt neemt, maakt toepassing van deze regel nog niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Lees meer…
Verboden ambtshalve aanvulling feitelijke grondslag
HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (X/Dexia)
Ook indien het hof van oordeel was dat in de stellingen van eiseres besloten lag dat de verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst van toepassing is, mocht het de desbetreffende afwijzingsgrond, die niet van openbare orde is, niet ambtshalve bijbrengen. Lees meer…
Wet Bopz: geen recht op bijstand tolk bij psychiatrisch onderzoek
HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:165
Uit art. 5 Wet Bopz en de art. 5 en 6 EVRM vloeit noch in het algemeen, noch in dit geval voort dat de betrokkene recht heeft op bijstand van een tolk in de moedertaal tijdens het onderzoek ten behoeve van het opstellen van een geneeskundige verklaring als bedoeld in art. 5 Wet Bopz. Lees meer…
Vervangende toestemming verhuizing zonder definitieve vaststelling ouderschapsregeling
HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2709
Onder omstandigheden kan een afweging van alle betrokken belangen meebrengen dat vervangende toestemming voor verhuizing op de voet van art. 1:253a BW moet of kan worden verleend op een moment waarop voor de periode na de verhuizing nog geen (definitieve) regeling is vastgesteld. Lees meer…
Risicoverzwaringsregeling in verzekeringspolis prevaleert boven art. 293 (oud) WvK
HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:274
De (inmiddels vervallen) risicoverzwaringsregeling van art. 293 (oud) WvK is van regelend recht, zodat een daarvan afwijkende regeling in de polisvoorwaarden prevaleert. Lees meer…
Schadeberekening in geval van ’total loss’ verklaarde auto
HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:208 (Verzoeker/New India)
Wanneer een zaak geheel verloren gaat doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt de benadeelde een verlies gelijk aan de waarde van de zaak. Ingeval een auto total loss wordt verklaard, kan dan ook aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van de marktwaarde van de auto ten tijde van het verlies. Hiermee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat de benadeelde zoveel mogelijk in de positie moet worden gebracht waarin hij zonder schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd. Lees meer…