De kennisgeving van niet-nakoming aan de verzekeringnemer
HR 5 februari 2021 ECLI:NL:HR:2021:178
Indien de verzekeraar niet tijdig heeft voldaan aan de kennisgevingsplicht, kan hij zich op grond van art. 7:929 lid 1 BW niet meer op zijn rechten ter zake van de niet-nakoming van de mededelingsplicht beroepen. Dit gevolg treedt in ongeacht of de verzekeringnemer daadwerkelijk nadeel ondervindt van het niet tijdig voldoen aan de kennisgevingsplicht. Lees meer…
Exoneratiebeding: naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
HR 29 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:153
De rechter die beoordeelt of een tussen partijen overeengekomen exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, moet daarbij alle omstandigheden van het geval betrekken en bovendien terughoudendheid betrachten. Dat het exoneratiebeding wordt ingeroepen ten aanzien van een tekortkoming die de kern van de overeenkomst betreft, en dat zolang die tekortkoming voortduurt de betekenis aan de overeenkomst komt te ontvallen, is dan ook niet zonder meer voldoende voor het oordeel dat een beroep op het exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Lees meer…
De (reikwijdte van de) zorgplicht van een accountant jegens een derde
HR 29 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:149
(i) De vraag of een accountant bij de uitoefening van een niet-wettelijke taak jegens een derde heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot betaamt, dient te worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval.
(ii) Indien de accountant, gezien het belang dat een derde aan zijn rapportage zal hechten, ermee rekening moet houden dat die derde zijn gedrag mede door de inhoud van die rapportage laat bepalen, kan het nalaten maatregelen te treffen om te voorkomen dat die derde aan die rapportage ten onrechte of onjuiste betekenis toekent, in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Lees meer…
Wat is een ‘gewaarmerkt afschrift van het vonnis’ in de zin van het VOGP?
HR 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:106 (X/Staat)
(1) Bij een verzoek tot tenuitvoerlegging van een in het buitenland opgelegde vrijheidsstraf, moet op grond van het VOGP onder andere een gewaarmerkt afschrift van het vonnis worden overgelegd. Het moet dan gaan om een gewaarmerkt afschrift van een document waaruit de inhoud blijkt van de rechterlijke beslissing waarbij de veroordeling is uitgesproken. Dit document moet – conform de eisen van het nationale recht van de staat van veroordeling – zijn opgemaakt om tot bewijs van de veroordeling te kunnen dienen. Het in dit geval door het Engelse Crown Court afgegeven Certificate of Conviction, voldeed daaraan.
(2) Op grond van het Aanvullend Protocol bij het VOGP is voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf geen instemming van de veroordeelde nodig, als hij zich aan tenuitvoerlegging van de veroordeling heeft onttrokken door het land waar hij is veroordeeld te ontvluchten. De Hoge Raad beslist dat het daarbij niet uitmaakt of de veroordeelde pas na of al tijdens het strafproces dat land is ontvlucht.
Wvggz: het verzoek van de officier van justitie en art. 23 Rv
HR 29 januari 2021 ECI:NL:HR:2021:158
Het staat de rechter niet vrij om in de zorgmachtiging een vorm van verplichte zorg op te nemen die niet door de officier van justitie is verzocht. Lees meer…
Gezag van gewijsde bij dezelfde of soortgelijke vordering op andere grondslag?
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2099
Het gezag van gewijsde kan niet eraan in de weg staan dat in een ander geding dezelfde of een soortgelijke vordering wordt ingesteld op basis van een andere grondslag, waarover de rechter zich nog niet heeft uitgelaten. Dit geldt ongeacht of deze andere grondslag ook reeds in de eerdere procedure aangevoerd had kunnen worden.
Verwijzing schadestaatprocedure contractuele schadevergoedingsverplichting borg art. 7:854 BW
HR 8 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:38
Art. 612 Rv is in beginsel alleen van toepassing op wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding. Gelet op de verbondenheid van de wettelijke verplichting tot schadevergoeding van de hoofdschuldenaar en de (contractuele) verplichting tot schadevergoeding van de borg die berust op artikel 7:854 BW, brengt een redelijke en op de praktijk afgestemde wetstoepassing mee dat op de hoofdregel dat een uitzondering moet worden aanvaard. Lees meer…
Schorsing van een faillissementsgijzeling
HR 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:102
In deze beschikking op een vordering tot cassatie in het belang der wet aanvaardt de Hoge Raad de mogelijkheid van schorsing van een faillissementsgijzeling, voorziet hij in enkele processuele waarborgen en reikt hij de rechter het relevante toetsingskader aan. Lees meer…
Voeging door een partij die zelf een rechtsmiddel kan instellen?
HR 15 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:43
Dat degene die in de eerdere instantie als procespartij had te gelden de bevoegdheid heeft om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de in die eerdere instantie gewezen uitspraak, en van die bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, sluit niet uit dat diegene voldoende belang erbij kan hebben om in de volgende instantie alleen door middel van voeging bij de procedure betrokken te blijven. Lees meer…
Wvggz: geldigheidsduur voortgezette crisismaatregel en zorgmachtiging
HR 22 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:107
De maximale geldigheidsduur van een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel (cm) is zes weken (drie + maximaal nog drie). Voor berekening van de einddatum van een zorgmachtiging wordt de dag waarop deze ingaat niet meegerekend. Lees meer…